Rentedivergentie: het bestaat nog…
Op de rentemarkt is de dynamiek fundamenteel veranderd. ‘Vroeger‘ dreven monetaire verwachtingen het rentebeleid. De volgende twee, drie jaar of langer, zullen centrale banken zoals de ECB of de Fed de huidige bodemrente echter niet verhogen. Er valt dus weinig te verwachten. Als de rentes ‘sine die’ laag blijven, tempert dat de volatiliteit op lagere looptijden, met de obligatie-aankopen van de centrale banken als bijkomende factor. Toch blijft er speelruimte. Zo dobberen veilig gewaande Amerikaanse en Duitse overheidsobligaties nog steeds op en neer in functie van het risicosentiment. Bovendien viel recent op dat er toch nog een ‘trendmatig’ verschil bestaat tussen de rentes in de VS en Europa. De VS 10j-rente staat aan de bovenkant van het zijwaartse patroon tussen 0.50% en 0.80%. De Duitse 10j-rente nadert dan weer de bodem van een vergelijkbaar kanaal (zie grafiek). Vanwaar dit verschil?
We zien weinig redenen waarom de markt zou anticiperen op een uiteenlopend ECB- en Fed-beleid. De euro-geldmarkt twijfelt marginaal of de ECB-depositorente nog lager dan -0.50% kan. Zeg nooit nooit, maar we zien hierin weinig heil. Uiteenlopende inflatieverwachtingen tussen de VS en Europa spelen wel een rol. Sinds maart liepen die in de VS veel sneller op dan in Europa. In de VS staat de 10-j inflatieswap kort bij 2%, de Fed-doelstelling dus. In Europa gingen we in de zomer even boven 1% maar staan we terug op 0.92%. Het debat over fiscale stimulering heeft in dit verband belang. De goedkeuring van het Next Generation EU-pakket (€750 mld) werd (terecht) geroemd als een belangrijke stap in de integratie tussen fiscaal en monetair beleid. Individuele EMU-landen dragen bij tot de fiscale stimulus via oplopende begrotingstekorten. Toch verwacht de markt dat gecoördineerde actie tussen de Amerikaanse Treasury en de Fed om groei en inflatie op te krikken institutioneel gemakkelijker zal lopen dan in Europa. Zeker als de Democraten zowel de president leveren en een meerderheid in zowel het Huis van Afgevaardigden als de Senaat halen. In een land met een extern tekort kan een door de Fed gesponseerde fiscale politiek ook leiden tot een verdere verzwakking van de dollar, wat op zich opnieuw inflatie-ondersteunend is. Het spiegelbeeld, een sterkere euro, maakt het behalen van de Europese inflatiedoelstelling alleen maar moeilijker.
De Amerikaanse verkiezingen worden dus een belangrijk ijkpunt. Zeker in geval van een ‘clean sweep’ voor de Democraten, kan de divergentie tussen de VS (voorzichtig steilere curve door hogere inflatieverwachtingen) en Europa (blijvend relatief vlakkere curve met lage inflatieverwachtingen) nog wel even aanhouden. Bij een breuk van de Amerikaanse 10-j rente boven 0.80% luidt de vraag waar de Fed de lijn trekt via verhoogde obligatie-aankopen. In de mate dat zo’n verdere rentestijging gevolg is van een stijging van de inflatieverwachtingen hoeft de Fed misschien niet al te snel agressief op te treden. Dat is namelijk juist wat ze wil. Wordt zeker vervolgd. Voorlopig is de eerste test van 0.80% voor de Amerikaanse 10-j rente afgeblazen. Ook de rentemarkten willen zo’n ‘high profile’ breuk blijkbaar niet voor de verkiezingen forceren. In Europa is het dan weer uitkijken of de Duitse 10-j rente standhoudt boven -0.60%.