MNB kan ademhalen na septemberinflatie
De Hongaarse inflatie vertraagde in september stevig. Op maandbasis daalden de prijzen met 0,4%. Dat bracht het jaar-op-jaarcijfer terug van 3,9% in augustus tot 3,4% in september. Vooral voeding oefende een neerwaartse prijsdruk uit. Inflatie gezuiverd voor de volatiele prijscomponenten – waaronder voeding – viel terug van 4,6% j/j tot 4%. De centrale bank van Hongarije (MNB) heeft vooral oog voor nog een andere prijsmaatstaf: kerninflatie exclusief indirecte belastingen. Ook die vertraagde van 4,1% j/j tot 3,5%. De centrale bank streeft naar een inflatie van 3% met een tolerantiemarge van 1% aan beide zijden. Vanuit elke invalshoek belandde inflatie dus terug (nipt) binnen de doelstelling van de MNB. Dat was een grote verrassing. Zowel voor de markt als, en wellicht belangrijker, voor de centrale bank.
Gouverneur Matolcsy en de zijnen zijn al langer betrokken in een delicate evenwichtsoefening tussen een genereus monetair beleid en een aanhoudend zwakke munt. De centrale bank streeft een zo soepel mogelijk beleid na. Dat was al het geval vóór de pandemie. Die ‘natuurlijke neiging’ naar gulle monetaire ondersteuning is er sindsdien uiteraard niet op gewijzigd, wel integendeel. Het coronavirus en de verwoestende economische impact veranderden wel een en ander voor de Hongaarse munt. EUR/HUF nestelde zich sinds maart structureel op een hoger niveau van gemiddeld 355. Op het hoogtepunt van de crisis noteerde EUR/HUF net niet aan 370. Ter vergelijking: in de twee voorgaande jaren fluctueerde het paar grosso modo rond 325.
In normale omstandigheden lokt oplopende inflatie hogere renteverwachtingen uit. De munt wordt dan iets aantrekkelijker en helpt mee inflatie opnieuw te temperen. Vandaag gaat die redenering niet op. De markt veronderstelt dat de Hongaarse (maar ook elders) beleidsrentes nog lang laag zullen blijven, zelfs al loopt de inflatie wat op. De reële rentes dalen daardoor stelselmatig, tot diep in negatief gebied. De forint betaalde daar de afgelopen weken een stevige prijs voor. Zoveel zelfs dat de MNB eind vorige maand in ware ninjastijl
daags na haar reguliere beleidsvergadering een depositorenteverhoging doorvoerde (+15 basispunten tot 0,75%) op haar wekelijkse liquiditeitsoperaties om het verval in de forint tegen te gaan.
Die ad-hocmaatregel werpt voorlopig vruchten af. De Hongaarse munt herstelde van een verliesreeks die EUR/HUF sedert begin augustus van 344 tot 366 leidde, tot ongeveer 356 eind vorige week. Maar hoe duurzaam is dat? Volgende week dinsdag vergaderen voorzitter Matolcsy en zijn beleidscomité opnieuw. De onverwachte en forse daling van inflatie geeft de centrale bank opnieuw wat ademruimte. Toch is dat zelfs voor de MNB waarschijnlijk nog te vroeg om de beperkte verstrakking van eind september ongedaan te maken. We denken dat de versoepelingsreflex iets later dit jaar de bovenhand haalt. Belangrijke voorwaarde daarbij is dat de forint zich min of meer rond de huidige niveaus handhaaft, liefst nog iets sterker (rond 350/355). Toegegeven, met oplopende coronabesmettingen, een stijgende hospitalisatie- en positiviteitsgraad en mogelijk nieuwe restricties is dat wel een grote ‘als’.