Goud en olie: zwakke dollar vertelt halve verhaal
Een zwakke dollar ondersteunt doorgaans de grondstoffenprijzen. We stelden dat vooral vast in de goudmarkt. De tuimelperte van de Amerikaanse munt in juni en vooral juli leverde het edelmetaal nieuwe records op. Ook voor olie kijkt men dikwijls in de richting van de dollar voor de verdere evolutie. Die “klassieke” inverse correlatie is de laatste weken verder te zoeken.
Goud (en andere grondstoffen) wordt wereldwijd uitgedrukt in termen van dollar. Een verzwakkende dollar maakt de aanschaf interessanter. De vraag neemt toe en drijft daarmee de goudprijs simultaan op. Goud als ultiem instrument om zich tegen (verwachte) inflatie in te dekken, volgt dezelfde logica. Inflatie is immers muntontwaarding. Beide elementen spelen elk een rol in de recente spurt van goud. Sinds de piek van de coronapandemie midden maart tot nu verloor de dollar op handelsgewogen basis net geen 10%. Vooral de mokerslag in juli luidde de indrukwekkende rit van goud in. De prijs steeg met bijna $300 en noteerde met $2071 zelfs aan nieuwe recordniveaus. Maar de softe dollar is slechts het halve verhaal.
Monetaire overheden gooiden tijdens de coronacrisis hun volle gewicht in de schaal. Dat is in eerste instantie om de economie een totale ondergang te besparen. Op termijn draagt dat hopelijk bij tot een beetje inflatie; tot nader bericht nog steeds de doelstelling van veel centrale banken. Inflatie in het alledaags leven is op dit moment een ver-van-ons-bedshow. De aanzienlijke geldcreatie die uit het monetair beleid voortvloeide blijft evenwel niet zonder gevolg op de financiële markten. We wezen vorige week al op de groeiende divergentie die zich achter de schermen van de nominale Amerikaanse rentes afspeelt. De reële rentecomponent daalde in geen tijd tot -1% (10-j.) terwijl de inflatieverwachtingen opwaarts tenderen. De combinatie van zéér lage (reële) rentes en verwachte inflatie creëert de perfecte cocktail. Goud als veilige belegging haalt het van Amerikaanse (en zeker Duitse) staatsobligaties die nauwelijks meer (of zelfs negatief) rendement opleveren. De geanticipeerde terugkeer van inflatie zoals de markt gestaag verdisconteert, speelt dan weer in de kaarten van goud als inflatiehedge. Één ounce goud gaat momenteel over de toonbanken voor $1930. Dat is beneden de top van begin deze maand maar blijft zo wel boven het vorige record van 2011 ($1921). Met de dollar in de touwen en een nog zeer lang uiterst soepel monetair beleid, heeft goud in elk geval de wind allicht nog even in de zeilen.
Olie en de dollar gingen recent iets minder hand in hand dan gewoonlijk. Dat heeft deels te maken met de directe link tussen olie en de reële economie. Veel meer dan goud, is olie een vaak en wijd gebruikte grondstof. Maar het moeizaam herstel van de economie drukt op de globale vraag. Dat negatieve vraageffect weegt momenteel zwaarder door op het potentieel van olie dan de zwakke USD. Ook de relatieve flexibiliteit in het productieproces speelt een belangrijke rol. Het olieproducerende kartel OPEC+ en de VS sturen de prijzen in belangrijke mate in functie van de output, onafhankelijk van het dollarverloop. Goud is hieraan minder gevoelig. Recent schroefde OPEC+ de historische prijs-ondersteunende productiebeperking van net geen 10 miljoen vaten/dag terug. Dat vrijgekomen aanbod weegt additioneel op de prijs van olie. Een vat ruwe Brentolie vond recent een evenwicht in de buurt van $45. Tenzij bij een snelle en volgehouden doorstart van de wereldeconomie, blijft het opwaarts potentieel op korte termijn relatief beperkt.