Brexit: in de laatste rechte lijn?
Gedurende de eerste week van 2019 is het sentiment omtrent een aantal voor de markt belangrijke topics al grondig geëvolueerd. Er is echter één ‘eventrisico’ waarvan de morfologie compleet niet is veranderd: de never-ending brexit saga.
Een korte recapitulatie. De EU en het VK bereikten een ‘akkoord’ over de scheiding die in principe plaatsvindt op 29 maart. Als dat akkoord wordt goedgekeurd, werken de EU en het VK in een ‘overgangsfase’ aan een nieuwe post-brexit handelsrelatie. Beide partijen waren het eens dat er onder geen beding een harde grens met grenscontroles mag komen tussen de Ierse Republiek, dat tot de EU blijft behoren, en Noord-Ierland, deel van het VK. Dat wordt wel een probleem wanneer het VK handelsakkoorden met andere landen wil afsluiten. Dan komen die controles er in principe wel. Hiervoor zijn slechts een beperkt aantal oplossingen. Het VK kan binnen een douane-unie met de EU blijven. Dan zijn geen controles nodig, maar verliest brexit een groot deel van haar finaliteit (een eigen Britse handelspolitiek). Dat willen de harde brexiteers niet. Een andere optie zijn controles op de zee tussen Noord-Ierland en het Britse vasteland waarbij Noord-Ierland binnen de regelgeving van de EU blijft. Dat betekent de facto een soort ‘scheiding’ van Noord-Ierland t.a.v. de rest van het VK. Dit is onaanvaardbaar voor de Noord-Ierse DUP partij die momenteel gedoogsteun geeft aan de minderheidsregering van May. De ‘brexiteers’ vrezen ook dat het huidige brexit-akkoord met de garantie dat er geen harde Ierse grens komt, er toe leidt dat het VK ‘sine die’ in een douane-unie met de EU blijft en dus aan de EU-regelgeving gebonden blijft. Een deel van hen verkiest in dat geval een ‘no-deal brexit’. Dan zijn er geen beperkingen voor het VK, maar dan is er ook niets geregeld tussen het VK en de EU. Men valt dan in principe terug op zeer algemene WTO-regels. In de praktijk betekent dit uitgebreide controles voor alle handel tussen het VK en de EU, wat de facto tot handelschaos leidt.
De Britse politiek blijft rond de hete brij draaien. PM May blies eind vorig jaar een stemming over het brexit-akkoord af omdat de kans op slagen miniem tot nihil was. May ging sindsdien op zoek naar bijkomende toegevingen van de EU en probeerde de harde brexiteers van haar partij te overtuigen dat er geen alternatief is. Een afwijzing zou zelfs tot een nieuw referendum kunnen leiden en dus een eventuele afvoering van brexit. Een nieuwe stemming over de deal staat volgende week dinsdag (15 januari) gepland.
Tijdens het politieke eindejaarreces werd ongetwijfeld hard gewerkt achter de schermen om de bakens alsnog te verzetten, maar de politieke retoriek in het nieuwe jaar suggereert dat er ten gronde weinig is veranderd. May heeft in het Parlement nog steeds meer dan waarschijnlijk geen meerderheid. Een aanzienlijke fractie harde brexiteers binnen haar eigen partij is tegen. Recent gingen ook de tegenstanders van een harde brexit zich steeds meer roeren. Zo keurde het Parlement gisteren een amendement goed die de implementatie van bepaalde belastingwetten bemoeilijkt in geval van een no-deal.
Waar zullen we dinsdagavond staan na de nieuwe stemming en wat kan dit betekenen voor het pond? Your guess is as good as mine. De visibiliteit in verband met het brexit proces blijft quasi-nul. Wordt de stemming ter elfder ure nog eens uitgesteld? Vraagt het VK uitstel voor de formele uitstap op 29-maart? En zo ja, wat doet de EU dan? Komt er een nieuw referendum of nieuwe verkiezingen? Welke vraag moet men stellen bij een nieuw referendum? Of wordt het ondenkbare, een no deal brexit, toch waar? Zo kunnen we nog even doorgaan. Één van de ‘uiterste’ uitkomsten (geen brexit of een no deal brexit) is altijd mogelijk. De kans is echter veel groter dat we ook na 15 januari blijven aanmodderen, op zoek naar een tijdelijk werkbare modus, waarbij de fundamentele brexit-keuze opnieuw wordt vooruitgeduwd. In dat scenario blijft ook het pond waarschijnlijk ronddwalen in een soort niemandsland waarbij het ‘politiek voorval van de dag’ de prijs drijft. Langetermijn investeerders blijven in dit geval aan de zijlijn. Ze willen dit binair politiek risico hoe dan ook vermijden.