RBNZ steekt een tandje bij
Gisteren boog de Reserve Bank of New Zealand (RBNZ) zich over het monetair beleid. Tijdens de juni-beleidsvergadering klonk de RBNZ nog voorzichtig optimistisch. Het economisch leven hernam sneller dan verwacht dankzij de gulle fiscale maatregelen en versoepeling van de lockdownmaatregelen, zowel in eigen land als in haar belangrijkste handelspartners. Ze vroeg zich toen wel openlijk af of de geleverde monetaire stimulus nog steeds voldoende was in haar streven naar maximale tewerkstelling en 2% inflatie. De centrale bank besloot gisteren van niet.
Gouverneur Orr liet vooreerst de beleidsrente onveranderd op 0,25%. Er komt wel een verhoging van het plafond op het obligatie-opkoopprogramma (LASP): van NZ$60 miljard tot NZ$100 miljard. Met die zet wil de RBNZ de lange rentes en de wisselkoers van de kiwi dollar drukken. De forse rally van de NZ dollar trok overigens in juni al de aandacht van de centrale bank. De sterke kiwi weegt immers op inflatie en op de export. Dat zien Orr en co liever niet gebeuren.
De economie kan het extra duwtje in de rug goed gebruiken. De pandemie zorgt voor aanhoudende onzekerheid bij consumenten en bedrijven. Ook de RBNZ houdt ongetwijfeld de dagelijkse grafieken immers in het oog en stelt vast dat het niet bepaald de juiste kant op gaat. Zelfs Nieuw-Zeeland is niet langer coronavrij. Het land kampt sinds gisteren met de eerste nieuwe besmettingen (vier) in drie maand. Vandaag komen er 14 gevallen bij. Auckland, de grootste stad, gaat terug op slot. Dat veranderde volgens Orr wel niets aan de kersverse groei- en inflatieprognoses. Daarin is de centrale bank iets optimistischer over de groei voor het huidige fiscale jaar (-6,1% i.p.v. -8,4% in mei). Het herstel voor het volgende zal daardoor wel iets minder fors zijn (6,7% i.p.v. 9,6%). Inflatie – marginaal neerwaarts bijgesteld – blijft beneden de 2%-doelstelling over de beleidshorizon.
De verhoging van het LSAP-plafond was volgens de RBNZ de meest voor de hand liggende monetaire versoepeling die uitwerking heeft op korte termijn. Maar het hoeft daar niet bij te blijven mocht het pril herstel (dreigen te) sputteren. Gouverneur Orr draagt zijn discipelen op om een bijkomend pakketje uit de hoed te toveren. Ze mogen daarbij de inspiratie de vrije loop laten gaan. Zelfs een negatieve rente wordt expliciet aangehaald als mogelijk onderdeel. De RBNZ liet in het verleden hieromtrent al af en toe een ballonnetje op maar maakt het stillaan vrij concreet. De markt loopt voorlopig nog niet erg ver met het idee. Dat kan in de toekomst snel veranderen, bv. mocht de coronapandemie (in het land en/of elders) verder escaleren.
Een negatieve rente zou in een land als Nieuw-Zeeland, met tekorten op de lopende rekening, een fors neerwaartse druk op de munt uitoefenen. Dat is wellicht de primaire redenen voor de RBNZ om zo openlijk die optie te overwegen. De hoofdeconoom wond er vanmorgen alvast geen doekjes om: “New Zealand’s central bank would like a weaker FX rate”. De kiwi dollar verloor gisteren en vandaag marginaal terrein. We denken dat het debat over negatieve rentes de munt op korte termijn parten kan blijven spelen. De munt verloor recent wel al wat terrein, vooral tegenover de euro. EUR/AUD flirt met de 1,80-weerstand. Een breuk effent het pad richting 1,82. T.o.v. de momenteel zwakke Amerikaanse dollar krijgt de munt misschien iets meer respijt maar ook daar is NZD/USD mogelijk minstens aan een adempauze toe na de verschroeiende rit hoger.