Banken als ruggengraat voor het economisch herstel
De laatste indicatoren wijzen op een verder herstel in de wereldeconomie. De Chinese (industriële) Caixin vertrouwensindex steeg van 54,5 tot 55,7. Het herstel in de dienstensector was nog meer uitgesproken met een stijging van 55 tot 58,4. Ook in Europa herstellen de vertrouwensindicatoren verder. Het meest spectaculaire nieuws kwam opnieuw uit de VS met een sterker dan verwachte jobcreatie in juni: dankzij 4,8 miljoen nieuwe jobs daalde de Amerikaanse werkloosheidsgraad naar 11,1%. Cijfers waarin sommigen de bevestiging zien van een snel V-vormig herstel. Dat laatste blijft toch onwaarschijnlijk. Vertrouwensindicatoren, zeker in Europa en de VS, blijven nog steeds onder hun pre-coronacrisis niveau. De schade op de arbeidsmarkten blijft groot en langdurig. Een langzaam herstel staat dus in de sterren geschreven.
Dat de echte schade van de coronacrisis nog zichtbaar moet worden beseffen ook de toezichthouders van de financiële instellingen. Zowel de ECB als de Nationale Bank van België (NBB) stuurden deze week signalen uit dat zij zich zorgen maken over de financiële stabiliteit, maar vooral dat zij de financiële sector willen steunen in zijn rol om de ruggengraat te vormen van het economisch herstel. Dat laatste zal nodig zijn. Enerzijds is duidelijk dat de banken aanzienlijke kredietverliezen zullen moeten slikken. Een economische schok als gevolg van de coronacrisis is ongeëvenaard en zal leiden tot meer wanbetalingen en uiteindelijk faillissementen. Anderzijds is de appetijt voor nieuwe leningen zowel bij investeerders als banken beperkter, gegeven zien de grote onzekerheid, de zwakkere economische vooruitzichten en de, mogelijk nog onzichtbare, structurele schade die de crisis toebracht aan de financiële gezondheid van ondernemingen.
De financiële sector kroop de afgelopen jaren uit een diep dal. Zeker in Europa zorgde een strikter regulerend en toezichthoudend kader, in combinatie met een sterker risicomanagement en een beheersing van de kosten, voor een aanzienlijke versterking van de financiële sector. In een aantal landen, waaronder België, is de financiële sector in staat om behoorlijk grote schokken op te vangen, zoals ook bevestigd in het Stabiliteitsrapport dat de NBB deze week publiceerde. De situatie is echter niet even rooskleurig in alle Europese landen. Zeker in landen met een versnipperde en zwak gekapitaliseerde bankensector blijven de risico’s van een grote economische schok aanzienlijk. De performantie van de Europese banken blijft eveneens heel divers (zie figuur).
In alle relanceplannen rekent men op de financiële sector on het herstel vlot te trekken. Marktconforme financiering via bankkredieten is immers een duurzamere oplossing voor herstel dan de continuering van overheidssteun. Dat laatste is verantwoord om op korte termijn de schok op te vangen, maar biedt geen garantie op een structurele herstel van de economie. De financiële sector geeft duidelijk het signaal deze belangrijke maatschappelijke taak op zich te willen nemen, maar de toezichthouder kan dit proces ondersteunen. De Europese en nationale toezichthouders kunnen vooreerst beslissen de kapitaalvereisten voor financiële instellingen te verlichten. De NBB besliste al bij het begin van coronacrisis om de contracyclische buffer vrij te geven en is nu bereid om ook de macroprudentiële vastgoedbuffers vrij te geven, wanneer bijvoorbeeld de Belgische vastgoedmarkt zou sputteren.
De ECB gaat nog een stap verder. Ze droomt al langer van een sterkere grensoverschrijdende consolidatie in de Europese banksector. De appetijt voor grotere fusies en overnames bleef de afgelopen jaren om diverse redenen beperkt. Een belangrijke reden is de heterogene regelgeving in Europa waarbij zelfs Europese en nationale regelgeving vaak botst. Bovendien zijn consolidaties niet interessant omdat ze typisch leiden tot hogere kapitaalvereisten.