Riksbank betreedt bedrijfsobligatiemarkt
De Zweedse centrale bank (Riksbank) trapte het nieuwe kwartaal af met een beleidsvergadering. Ze ging gepaard met nieuwe officiële economische prognoses. Tijdens de april-gekte liet ze die achterwege. Voor dit jaar gaat de centrale bank uit van een groeikrimp van 4,5%. In 2021 tekent zich een herstel van 3,6% af gevolgd door een nog sterkere groei van 4,1% in 2022. De Riksbank geeft wel nog steeds een optimistisch en pessimistisch scenario mee. De verwachte groei voor dit en volgend jaar bedraagt dan resp. -4% en 7% indien de economie sneller dan verwacht herstelt. In geval van een tweede golf van het virus, bedraagt de groei -5,7% en 1%. De inflatie blijft tot en met 2022 beneden de 2%-doelstelling. Pas eind 2023 komt ze terug in de buurt (1,8%). De werkloosheidsgraad gaat fors de hoogte in met een piek van 9,2% in 2021. Ter vergelijking: in 2019 bedroeg de werkloosheidsgraad 6,8%.
De Riksbank morrelde niet aan de beleidsrente. Die blijft onveranderd op 0% en dat blijft waarschijnlijk ook zo tot aan het eind van de huidige beleidshorizon. Ze verlaagt wel enkele ‘technische’ financieringsrentes. Het status quo was verwacht. De Riksbank sloot het hoofdstuk van negatieve rentes in december vorig jaar af en toonde sindsdien maar weinig animo voor een nieuw experiment. Zelfs in april, tijdens volle coronacrisis, verbande ze negatieve rentes net niet formeel tot het verleden. Net daarom is wat dat betreft de verandering in de toon vandaag opmerkelijk. De centrale bank vermeldt expliciet dat ze de rente verder kan verlagen, mocht dat nodig én effectief zijn. Op dit moment is ze daar wel (nog) niet van overtuigd. De Riksbank zweert bij het gebruik van haar balans om het monetair beleid soepel te houden …
… en zelfs verder te versoepelen. De centrale bank maakt zich vooral veel zorgen over de toestand op de arbeidsmarkt en wil vermijden dat de economie in een langdurige recessie belandt. Daarom nam ze bijkomende maatregelen. De totale omvang van het obligatie-opkoopprogramma wordt met 200 mld SEK verhoogd tot 500 mld SEK. Daarvan is tot op heden nochtans slechts 130 mld SEK opgebruikt. De duur van het programma wordt verlengd tot midden volgend jaar i.p.v. eind dit jaar. Daarmee zal de Riksbank niet langer enkel overheidspapier opkomen. Vanaf september betreedt de centrale bank ook de relatief kleine markt van bedrijfsobligaties voor een (voorlopig) bedrag van 10 mld SEK. Dat is de eerste keer in de geschiedenis van de centrale bank. Tot voorheen kocht ze enkel kortlopend papier (commercial paper).
De Zweedse kroon reageerde relatief stoïcijns op de beleidsaankondiging. Een eerste reactie om te versterken tegen de euro verdween als sneeuw voor de zon nu de Riksbank de deur voor negatieve rentes terug op een kiertje laat. Toch had de munt daar iets meer op kunnen verliezen. EUR/SEK handelt momenteel onveranderd in de buurt van 10,46. In een iets breder perspectief herstelde de Zweedse kroon al fors van de oplawaai door de coronacrisis (tot EUR/SEK 11,43 eind maart). De breuk beneden EUR/SEK 10,8 sinds de vorige beleidsvergadering eind april verbeterde het technisch plaatje aanzienlijk. We kijken nu uit naar 10,43 als volgende ijkpunt. Daarvoor mag het algemeen sentiment wel niet al te zwaar onder druk komen.