Rentes kunnen nog stijgen
De lange rentes zitten in de lift. De beweging trok zich midden mei op gang aan het zeer lange eind van de curve (30j) en neemt ondertussen looptijden vanaf 5 jaar op sleeptouw. De Europese 10j swaprente steeg bijvoorbeeld van -0.18% richting 0%. Voor de Duitse en Amerikaanse 10j rentes gaat het respectievelijk om bewegingen van -0.59% tot -0.28% en van 0.59% tot 0.92%. De rentecurves worden ook steiler. Het kortere eind van de rentecurve (<5j) blijft gebetonneerd door het vooruitzicht op een lustrum van uiterst lage beleidsrentes. Vorige week vrijdag kwamen drie thema’s aan bod die de rentebeweging helpen verklaren: het onversaagde beurssentiment, de herstellende olieprijs en verrassende Amerikaanse economische cijfers.
We beginnen op de aandelenmarkten. De Amerikaanse technologie-index Nasdaq zette een recordkoers neer. Op dik twee maanden tijd staat de teller op +48%. De spreidstand met de economische realiteit is groot. TINA in een lage rentewereld die gestut wordt met monetaire en fiscale pakketten. De ECB deed er een schep bovenop en de Europese cohesie rond het relanceplan van de Europese Commissie groeit in de aanloop naar de EU-top van 18/19 juni. De uitgifte van tot €750 miljard aan Europees schuldpapier (AAA-kwaliteit) en het overhevelen van belastingsbevoegdheid van nationaal naar Europees niveau, vormen twee belangrijke hoekstenen van het plan. Duitsland keurde ondertussen al een extra steunpakket twv €130 miljard goed met als doel het economisch herstel te faciliteren. Europa heeft ook lessen getrokken uit de schuldencrisis. De bittere besparingspil die het herstelpotentieel toen fnuikte zal na de lockdownrecessie niet onmiddellijk voorgeschreven worden. Op lange termijn dreigt al die stimulus een inflatoir karakter te krijgen in een deglobaliserende wereld. Marktgebaseerde inflatieverwachtingen gaan sinds midden mei dezelfde richting uit. Ten slotte profiteren nationale schatkisten van het huidige lage renteklimaat om de explosieve begrotingstekorten vooral te financieren op langere looptijden.
De olieprijs brak eind vorige week de kaap van $40/vat en noteert aan de hoogste koers sinds de prijzenoorlog tussen Saudi Arabië en Rusland. OPEC+ besliste dit weekend om de productiebeperking (10 miljoen vaten per dag) met een maand te verlengen tot en met eind juli. Saudi Arabië besliste verder om de exportprijzen voor sommige olie-afnemers opnieuw op te trekken.
Ten slotte spelen de Amerikaanse economische cijfers een rol. De belangrijkste indicatoren voor de maand mei (ISM’s, ADP, payrolls) stelden voor het eerst sinds lang niet teleur (tov de verwachtingen). Het heropenen van de Amerikaanse economie verloopt mogelijk dus iets vlotter dan gevreesd. In de maand mei kwamen er volgens het officiële banenrapport meer dan 2.5 miljoen jobs bij, de grootste stijging sinds de start van de statistieken in 1939. We springen voorzichtig om met die hoeraberichten. De werkloosheidsgraad bedraagt nog steeds 13.3% (en waarschijnlijk drie procentpunten hoger volgens het Bureau of Labour Statistics) na de 20.5 miljoen ontslagen in april. We vrezen dat het herstel een lang uitgesponnen karakter zal hebben.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal