BoC en RBA trekken optimistische kaart
Voor de meeste beleggers behoort de coronapandemie al een tijdje tot het verleden. Dat is met name zichtbaar in de aandelenmarkten. Maar behalve de financiële markten, uiten ook de centrale banken zich almaar optimistischer. Dinsdag kwam de Reserve Bank of Australië (RBA) virtueel samen. Gisteren viel de Bank of Canada (BoC) te beurt. We lichten even toe.
Tijdens de eerste beleidsvergadering onder kersvers voorzitter Macklem hield de BoC de beleidsrente stabiel op 0,25%. Het bijhorend perscommuniqué leest opvallend positief. Ja, het coronavirus zorgde voor een ongezien jobverlies van bijna 2 miljoen in april maar de BoC denkt dat de piek daarmee meteen bereikt is. Daarover weten we morgen meer. In ieder geval veronderstelt de BoC dat het pessimistisch groeiscenario vermeden is. De groei in kw1 van -2,1% kw/kw bevindt zich min of meer in het midden van de groeiverwachtingen. Voor kw2 verwacht de BoC een krimp tussen 10 en 20% kw/kw. De economie betaalt dan de volle prijs voor de massale sluiting van bedrijven en een scherpe investeringsterugval in de energiesector. Maar de doortastende fiscale en monetaire aanpak werpt vruchten af. Samen met de gefaseerde heropening en de remonte in de olie- en andere grondstofmarkten is zo de basis gelegd voor een herstel vanaf kw3. De BoC voelt zich zelfs comfortabel genoeg om sommige van de noodmaatregelen terug te schroeven in frequentie. Ze houdt wel een slag om de arm en zegt dat aan alle beleidsprogramma’s kan worden gesleuteld mocht dat nodig zijn. Die ‘verplichte’ nuance doet echter weinig afbreuk aan de overwegend optimistische ondertoon.
De Canadese dollar had gisteren niet zoveel aandacht voor de beleidsvergadering. Maar dat de markt net zoals de BoC denkt dat het ergste achter de rug is, blijkt duidelijk uit het eerdere koersverloop. Na de top midden maart in de buurt van 1,45, nestelde USD/CAD zich in een consoliderende driehoek rond 1,40. Het ongebreideld marktoptimisme duwde het paar daar langs de onderzijde uit tot de nieuwe weerstand nabij 1,35. Bij een volgehouden breuk lager, zou het koppel opnieuw in de zijwaartse 1,30/35-handelsband van 2019 belanden. Stijgende olieprijzen (na een mogelijke OPEC-top deze week?) kunnen daarbij zeker helpen.
Nog kort even naar de RBA. Ook daar klonk men dinsdag (voorzichtig) optimistisch. Het coronavirus is onder controle en de restricties worden er sneller dan verwacht versoepeld. De economische krimp is daardoor mogelijk minder groot dan gedacht. Dat basisscenario ging (?) uit van een contractie van 10% voor de eerste helft van dit jaar en -6% voor het volledige jaar. Voorlopig morrelde ze wel niet aan de doelstelling voor de beleids- en driejaarsrente (0,25%). Daarvoor is de inflatie te laag en de (groei)onzekerheid te groot. Het verwachte herstel hangt bovendien in belangrijke mate af van de veerkracht van zowel consumenten als bedrijven. Massale fiscale en monetaire ondersteuning blijft daarom nog voor enige tijd nodig: lees de rente zal nog lang uiterst laag blijven.
De Australische dollar was dinsdag in uitstekende vorm, maar dat is eigenlijk al langer het geval. Na een korte pauze in mei, nam de Australische dollar de draad recent weer op, en hoe. Zowel tegen de euro als de Amerikaanse munt, noteert de Aussie aan pre-corona niveaus van resp. 1,62 en 0,69. Dat maakt de munt almaar vatbaarder voor een correctie. Toch kunnen een soepel monetair beleid, (buitenproportionele?) fiscale steun én de (assumptie van een) herstellende wereldeconomie de munt op korte tot middellange termijn sterk houden.