Markt en Fed in een nieuwe krachtmeting
De slachtpartij op de Amerikaanse beurzen ging gisteren onverminderd verder. De verliezen lopen inmiddels zo ver op dat de jaarwinst van de grote drie (Dow Jones, S&P 500 en Nasdaq) volledig in rook is opgegaan. De VS treedt daarmee in het voetspoor van Europa en het gros van Azië. Enkel India legt (voorlopig) nog een bescheiden jaarwinst van zo’n 3 tot 6% voor. Het spiegelbeeld van zo’n aandelencorrectie is de typische vlucht naar veilig geachte Amerikaanse (en Duitse) overheidsobligaties. Rentes in de VS tuimelden gisteren 3 (10j.) tot 5 (2j.) basispunten en bevinden zich in de buurt van belangrijke technische steunniveaus. De AAII-bevraging peilt wekelijks naar het Amerikaans investeerderssentiment. De verhouding ‘bulls-bears’ noteert momenteel aan het laagste niveau (0.43) sinds begin 2016. Ter vergelijking: begin dit jaar klokte de ratio af op 3.84. Aan de basis van die brute herpositionering ligt de vrees voor een forse globale groeivertraging/recessie. Initieel betaalden vooral de financiële markten in Europa en de opkomende landen (China in het bijzonder) het gelag. Sinds een aantal weken brak ook de Amerikaanse dijk en duwt de verkoopgolf de markten daar kopje onder. Helemaal onlogisch is dat niet, maar de intensiteit waarmee dat gebeurt, roept vragen op.
De (Amerikaanse) markt heeft vooral (enkel?) aandacht voor de risico’s die de groei bedreigen. Die risico’s ontkennen heeft geen zin. Het waarschuwingslampje naast de huizenmarkt knippert oranje. De (dreiging van een) handelsoorlog hangt als een donkere wolk boven de economie en tast op termijn onvermijdelijk het vertrouwen (en groei) aan. Het IMF stelt daar vooral in Azië al de eerste tekenen van vast. De Amerikaanse economie is minder blootgesteld aan het buitenland maar zeker niet immuun aan een externe groeivertraging. Niet in het minst zet ook de graduele beleidsnormalisatie van de Fed de economie en de financiële markten onder druk.
Toch is die normalisatie gerechtvaardigd in het licht van de economische prestaties en data. Average Joe profiteert van een ijzersterke arbeidsmarkt en laat de dollars ook in Q4 stevig rollen, getuige onder meer de kleinhandelsverkopen. Dat is belangrijk voor de Amerikaanse groei, die in belangrijke mate (gemiddeld voor 70%) stoelt op binnenlandse consumptie. Het vertrouwen onder zowel consumenten als bedrijfsleiders noteert niet meer aan de absolute records, maar blijft comfortabel hoog/boven pre-crisisniveaus. Een gezonde dosis vertrouwen is cruciaal voor de toekomstige groei.
De stevige correctie op de markten valt moeilijk te rijmen met die sterke fundamentals. De recente prijsbewegingen suggereren een nakende recessie met de Fed-renteverhoging morgen (één van) de laatste in de opwaartse cyclus. Dat is volgens ons bijzonder voorbarig. Het is vooralsnog ook niet de visie van de gemiddelde voorzichtige maar positieve Fed-gouverneur. Ondertussen brokkelen de Amerikaanse rentes opnieuw 2 à 3 basispunten af. De markt probeert de centrale bank manu militari op de knieën te dwingen. Maar we gaan er niet vanuit dat ze daar morgen in slaagt.