Geen verrassingen bij de Bank of Canada
Het regent beleidsvergaderingen tijdens de laatste maand van 2020. Straks krijgen we de ECB, volgende week volgen de Fed en de Bank of England. We kregen eerder deze maand al de Australische centrale bank voorgeschoteld. Gisteren was het de beurt aan de Bank of Canada (BoC).
Het was een tussentijdse eindejaarsvergadering, zonder nieuwe groei- en inflatievoorspellingen. Die werden voor het laatst bijgewerkt in oktober. Toen stelde de BoC een economische krimp van -5,7% voorop voor het huidige jaar. Dat is minder dan aanvankelijk gevreesd omwille van een sterker dan verwacht herstel in het vorige kwartaal. Voor 2021 en 2022 rekent de BoC op gemiddeld 4% groei. Inflatie blijft minstens tot aan het eind van de beleidshorizon (2022) in de onderste helft van de 1%-3%-doelzone. De centrale bank waarschuwde toen wel voor de gevolgen van de heropflakkering van het coronavirus. Het dagrecord van de besmettingen sloeg in oktober al het topniveau van de eerste golf aan diggelen. Sindsdien is dat aantal nog verdrievoudigd tot ongeveer 6500 per dag! Canada voerde naar Europese normen niet echt strenge restricties in. Maar dat kan met de huidige cijfers uiteraard snel veranderen. Voorzitter Macklem denkt hoe dan ook dat de coronamaatregelen ook nog op de groei tijdens het eerste kwartaal van volgend jaar zullen wegen. Het vaccinnieuws is een welkome opsteker voor de BoC. Er is op dit moment echter nog behoorlijk wat onzekerheid rond het tempo van de uitrol, op gebied van de productie, logistiek en de effectieve toediening.
Reden te meer voor het behoud van een zo soepel mogelijk monetair beleid. De beleids(deposito)rente bleef daarom zoals verwacht onveranderd op 0,25%, waarschijnlijk nog minstens tot 2023. Door dat zo te communiceren houdt ze de rentes op het korte en middellange eind laag. Om de rente op het lange eind te drukken, blijft de BoC overheidsobligaties a rato van C$ 4 miljard per week opkopen. Ze wil daarmee het economisch herstel en de inflatie opkrikken samen met de hulp in het Canadees fiscaal beleid.
De recente versteviging van de Canadese dollar (USD/CAD) is de BoC zeker niet ontgaan. In die vrij zeldzame vermelding van de munt wijst ze vooral de vinger naar de zwakke Amerikaanse grote broer maar weerhield ze zich wel van een waardeoordeel. De vliegende reflatoire start van december duwde USD/CAD beneden 1,30. Dat is inderdaad in belangrijke mate het resultaat van de aanhoudend zwakke Amerikaanse dollar. Toch doet het neerwaarts trendkanaal van EUR/CAD ook een vleugje CAD-sterkte vermoeden. Ver hoeven we de reden niet te zoeken. Olie spurtte sinds november ongeveer 35% hoger en daar spint het olierijke Canada en haar munt garen bij. Grondstoffen tekenen in het algemeen serieuze prijsstijgingen op. Denk bv. aan koper of ijzer, dat gisteren nog een nieuw record neerzette ($150/ton). Het past allemaal binnen de reflatoire kerngedachte: een terugkeer naar het economisch normaal. De daling in USD/CAD botste recent op hardnekkige steun in de buurt van 1,28. De lange schaduw van de huidige coronagolf die tot diep in 2021 reikt, zet de markt (tijdelijk?) aan tot nadenken. Op korte tot middellange termijn neigen we toch eerder in de richting van een breuk lager met een eerste tussentijdse steunzone in de buurt van USD/CAD 1,27. T.o.v. de euro is het beeld neutraler en hoeft de loonie niet al te veel te versterken.