Bank of Canada volgt Federal Reserve
Het stond in de sterren geschreven. De Canadese centrale bank (BoC) volgt daags na de uitzonderlijke “coronacut” van de Fed in de voetsporen van de Amerikaanse buren. Op haar geplande beleidsvergadering verlaagt de BoC de beleidsrente met 50 basispunten tot 1.25%. COVID-19 kreeg logischerwijs de zwarte piet toegeschoven. Hoewel de Canadese economie zich kortbij trendgroei bevindt en de inflatie schommelt rond de 2%-doelstelling, benadrukt de BoC dat de virusuitbraak een materiële negatieve schok voor de Canadese en globale groei betekent.
De Canadese centrale bank brengt de kettingreactie mooi in kaart. De aanpak van de virusuitbraak zorgde initieel voor een negatieve aanbodschok. De sluiting van vele Chinese bedrijven, vaak aan het begin van de productieketting, zorgde voor globale toeleveringsproblemen. De Canadese bedrijfsactiviteit viel ook terug. De lagere output zorgde verder voor een terugval in de vraag naar grondstoffen. Grondstofprijzen verloren fors terrein. De prijs voor een vat Brent ruwe olie viel bijvoorbeeld terug van $70/vat begin dit jaar tot iets meer dan $50/vat. De organisatie van olie-exporterende landen (OPEC) aangevuld met onder meer Rusland buigen zich vandaag trouwens over de problematiek van een eventuele uitbreiding van de productiebeperkingen. Hoe dan ook, de lagere grondstoffenprijzen zijn een extra pijnpunt voor de Canadese economie. De BoC vreest dat het niet bij die rechtstreekse effecten zal blijven. De paniekperiode duurt ondertussen lang genoeg om ondernemers- en consumentenvertrouwen aan te tasten. Bedrijven stellen beslissingen uit terwijl langs de consumentenkant de vraag in de diensteneconomie dreigt terug te vallen (vrijetijdsbestedingen, toerisme,…). Herinner u bovendien dat het net die binnenlandse dienstensector was die de globale groei afschermde van de recessie in de verwerkende nijverheid. Als laatste argument gooit de Canadese centrale bank de minder gunstige globale financiële condities in strijd. Eindigen doet de beleidsverklaring van gouverneur Poloz met de boodschap dat ze de ontwikkelingen op de voet volgt en bereid is verdere stappen te ondernemen indien nodig. Bij de volgende beleidsvergadering in april beschikt de BoC over nieuwe groei- en inflatievooruitzichten. De Canadese munt deed het gisteren al bij al goed (USD/CAD 1.34). De loonie verloor eind februari wel al extra terrein tegen een zwakke dollar. Bovendien was een renteverlaging door de BoC grotendeels verdisconteerd. De markt verwacht op dit ogenblik nog twee extra renteverlagingen met 25 basispunten in 2020. Vanuit technisch oogpunt is de 1.34-zone een belangrijk ijkpunt. Een breuk hoger suggereert een terugkeer richting de top uit 2018 (1.3663). Een heropflakkering van de recessievrees dreigt in het nadeel van de Canadese munt te spelen.
Op de financiële markten treedt in het algemeen een warrige periode aan. Geïsoleerde beleidsinitiatieven kunnen (vb. uitzonderlijke fiscale maatregelen in de VS gisteren) op bijval genieten; getuige de 4% rebound van de Amerikaanse beurs. De euforie zal echter vaak van korte duur zijn. Markten houden vooral de economische cijfers uit maart in het achterhoofd. Die zullen een pessimistisch beeld schetsen…
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal