Wijzigende marktassumpties over coronavirus
Het regent. Het hagelt. Het sneeuwt. Het casht. De overheden in Singapore, Macau en Hong Kong hebben het utopische begrip helikoptergeld in de praktijk omgezet. De lokale overheden delen letterlijk cash uit aan de bevolking – gaande van consumptiebonnen tot eenmalig EUR 1250; handje contantje – als deel van economische noodpakketten om de negatieve gevolgen van het coronavirus te beperken. Hoe is het zover kunnen komen?
Sinds het begin van de week is de coronapaniek op de markten een versnelling hoger geschakeld. De EuroStoxx 50 noteert met een verlies van 9%. De Amerikaanse rentecurve noteert 25 (2j) tot 15 (30j) basispunten lager, met absolute dieptepunten voor looptijden vanaf 10 jaar. De razendsnelle verspreiding buiten de Chinese landsgrenzen heeft een herziening van enkele basisassumpties uitgelokt. De eerste assumptie die niet langer geldt, is dat het hoofdzakelijk een Chinees probleem zou blijven. Ondertussen krijgt het virus, voorlopig officieus, het label “pandemie” opgespeld. De twee assumptie – nauw verbonden – die investeerders overboord gooien is die van het V-vormig herstel. Een zwak eerste kwartaal zal niet meteen gecompenseerd worden door een sterk tweede, zoals dat bijvoorbeeld bij de impact van stormen of orkanen het geval is. De verstoorde globale productiekettingen zullen de economische cijfers minstens tot Pasen verstoren en negatief beïnvloeden. Geen V-vormig, maar een traag, L-vormig, herstel.
De laatste veronderstelling die wankelt, is die van het eeuwig vertrouwen in het monetaire beleid als levenselixir voor de globale groei. Vooral centrale banken die op rentevlak al tegen hun limieten botsen, denk aan de ECB, staan niet langer te springen om nog verder te versoepelen. Investeerders die hoopten op een Zuid-Koreaanse renteverlaging kwamen vanochtend ook van een kale reis thuis. Centrale banken die wel nog ruimte hebben – denk aan de Amerikaanse centrale bank – kunnen wel voor extra ademruimte zorgen. De markt verwacht dat de Fed nog in de eerste jaarhelft haar preventieve versoepelingscyclus van vorig jaar zal doorzetten. De verzekeringspremie tegen Sino-Amerikaanse handelsspanningen wordt er eentje tegen het coronavirus. Behalve de beperkte capaciteit van het (globale) monetaire beleid staan er vraagtekens bij de adequaatheid. Uiteindelijk vormt het virus een negatieve aanbodschok. Bij een constante vraag is dat in theorie vooral inflatoir.
Eerder dan het monetaire beleid, springt beter het fiscale beleid in de bres. We dachten lang dat Europese fiscale stimulus er (buiten begroting) zou komen via investeringen in groene projecten. Wie kan daar tegen zijn? In plaats van het klimaat kan het coronavirus nu het schaamlapje worden om de begrotingsdoelstellingen te versoepelen. Zelfs Duits minister van Financiën Scholz brak gisteren een lans voor het tijdelijk opgeven van de heilige zwarte begrotingsnul. Belangrijk is dat zo’n fiscale steun zich gegeven de aard van de schok vooral richt op de bedrijfskant. Denk dan bijvoorbeeld aan maatregelen zoals uitstel van belastingen. Richt de fiscale steun zich op de vraagkant – zoals het helikoptergeld waarmee we van start gingen – dan werkt dat in theorie opnieuw inflatoir. En inflatie, zoals u ondertussen wel weet, uitte zich de voorbije jaren voornamelijk in een stijging van… activaprijzen.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal