Fed verandert niet van koers
Gisteren hield de Federal Reserve (Fed) haar eerste beleidsvergadering van dit jaar. Zoals algemeen verwacht, heeft de Fed niet getornd aan de beleidsrente en handhaaft ze de doelzone tussen 1.5% en 1.75%. “Het huidig monetair beleid is gepast om de inflatie te doen terugkeren naar 2%”, beargumenteert de centrale bank. De beleidsbeslissing was geen verrassing voor beleggers, toch was de formulering ditmaal ietwat anders.
Zo spreekt de Fed niet meer van een “sterke” maar “gematigde” stijging van de gezinsbestedingen. Fed-voorzitter Powell blijft echter goedgemutst en geeft aan dat er onderliggend geen reden is tot paniek. Opmerkelijker was een kleine, maar veelzeggende modificatie van de inflatieretoriek. De Fed spreekt nu van een terugkeer “naar” de 2%-inflatiedoelstelling in plaats van “dicht bij” de doelstelling. In de persconferentie die volgde, beklemtoonde Powell dat de centrale bank daarmee een duidelijk signaal geeft dat ze niet zal toestaan dat de inflatie lager dan 2% blijft. De Fed’s favoriete inflatiemaatstaf – de core PCE deflator – bedraagt nu 1.5% (j/j) en slaagt er al lange tijd niet in om de 2% doelstelling te behalen. Tijdens de persconferentie getuigt Powell dat hij vastberaden is om de globale neerwaartse spiraal in inflatie en inflatieverwachtingen het hoofd te bieden. Hij legt daarmee de lat hoog voor een mogelijke renteverhoging. De sterke woorden samen genomen met een kleine maar veelbeduidende wijziging in het beleidscommuniqué suggereren dat de Fed de interpretatie van haar prijsstabiliteitsmandaat kan wijzigen na de interne audit die midden 2020 afloopt. Beleggers keken verder uit naar details over de noodmaatregelen die de centrale bank nam in Q4/2019 om de nervositeit op de geldmarkt het hoofd te bieden. Powell verklaarde dat de aankoop van schatkistcertificaten en de repo-operaties het gewenste doel bereikt hebben. Wat de beperkte verhoging (5 bpn) van twee ‘technische’ rentes betreft die verband houden met de noodmaatregelen, onderstreept de Fed dat het puur om een technische aanpassing gaat die moet garanderen dat de daggeldrente ongeveer halfweg tussen haar doelzone (1.5%-1.75%) blijft schommelen. Die renteaanpassing mag dus niet worden geïnterpreteerd als een verstrakking van het beleid.
De hamvraag of de tijdelijke maatregelen een permanent karakter zullen/kunnen krijgen, bleef echter onbeantwoord. De maatregelen worden in Q2 afgebouwd, maar de Fed geeft te kennen dat ze de liquiditeit in de geldmarkt ruim wil houden en dat haar balans op termijn aan een natuurlijk tempo kan/moet blijven groeien.
De markten reageerden relatief kalm op de Fed-communicatie. Beleggers trekken de conclusie dat de lat voor een renteverhoging nóg hoger ligt dan voorheen. De Amerikaanse rentes zetten een eerdere daling n.a.v. het coronavirus verder. Ook dat laatste liet Powell niet onopgemerkt voorbij gaan. Hij beaamt dat het virus een economisch risico vormt, maar stelt dat het voorlopig nog te vroeg is om over de gevolgen te speculeren. EUR/USD houdt voorlopig stand nabij het 1.10-steunniveau en kijkt voornamelijk uit naar het Amerikaans BBP later vandaag (consensus: 2% kw/kw). Het legt misschien een bodem onder EUR/USD maar in het huidige momentum (cf. coronavirus) en in de aanloop naar de Europese BBP-cijfers morgen (consensus 1.1% kw/kw), is een aanzienlijk herstel waarschijnlijk niet aan de orde.