Groene wind uit Davos
Deze week vindt in het Zwitserse Davos het World Economic Forum (WEF) plaats, de jaarlijkse hoogmis van de wereldeconomie. De fine fleur van de internationale politiek en bedrijfswereld steekt er de koppen bij elkaar om de mondiale economische uitdagingen en opportuniteiten op een rijtje te zetten. Los van alle jetset events geeft Davos telkens een goed beeld van de belangrijkste actuele aandachtspunten in de wereldeconomie. De uitdagingen van de klimaatverandering en de vergroening van de economie staan deze keer hoog op de agenda. Vanuit een Europees perspectief is dat vanzelfsprekend – zeker na de Green Deal voorstellen van de Europese Commissie – maar niet overal ter wereld is men even happig op ambitieuze klimaatacties. Davos is anderzijds een heel vrijblijvend forum dat geen effectieve engagementen vereist. De ideale gelegenheid voor wat internationale greenwashing. Toch speelt het WEF wel degelijk een rol in de klimaatdiscussie. Zo stelt het jaarlijks een lijst van disruptieve risico’s voor de wereldeconomie op. Op die lijst prijkt de klimaatproblematiek al enkele jaren. Niet dat dit een grote impact had op het beleid van de grote industriële landen (zie figuur). In die zin speelt het WEF dus een voortrekkersrol in het internationale debat dat vorig jaar in volle hevigheid losbarstte. Hoewel het WEF geen concrete oplossingen voorstelt, wijst het op het mogelijk disruptieve karakter van zowel klimaatverandering op zich als van bepaalde beleidsinitiatieven om de wereldeconomie aan te passen. Bewustzijn creëren rond beide risico’s is ongetwijfeld de grootste bijdrage van het WEF.
Toch houdt de vergroening van het economisch debat ook risico’s in. De wereldeconomie heeft immers nog andere katten te geselen. De risico’s van de afgelopen jaren, zoals toenemend protectionisme, de digitale revolutie in heel wat sectoren, en de blijvend hoge inkomensongelijkheid en welvaartsverschillen dreigen te worden ondergesneeuwd. En dat terwijl de aanpak van die fundamentele problemen een oplossing voor de klimaatuitdagingen een heel stuk minder moeilijk zullen maken. Zo kan globalisering helpen om groene technologie te verspreiden en overal ter wereld effectieve oplossingen aan te reiken voor het milieu. Het is een illusie te denken dat landen die een handelsoorlog uitvechten milieu tot een topprioriteit zullen maken. Of nog, in een omgeving van armoede kan je moeilijk verwachten dat milieubewustzijn de dringendste bezorgdheid is. Het WEF doet er dus best aan om ook zuiver economische uitdagingen hoog op de agenda te blijven plaatsen.
Terwijl het debat op topniveau plaatsvindt, lijken de markten zich voorlopig weinig aan te trekken van de soms apocalyptische scenario’s waarover specialisten en beleidsmakers debatteren. Markten verdisconteren op dit ogenblik veel te weinig de potentiële economische schade van de milieu-uitdagingen. Zoals bij elke grote economische schok zullen er winnaars en verliezers zijn. De winnaars zullen kunnen profiteren van de disruptie, bijvoorbeeld via verkoop van nieuwe technologie en ontwikkeling van nieuwe producten. Verliezers zijn die bedrijven of landen die een grote schok ondergaan, zich daarop niet wilden of konden voorbereiden en de gevolgen onvoldoende kunnen opvangen. Typisch leidt dergelijke economische schok tot een proces van creatieve destructie waarbij de netto-uitkomst positief is. Onze markteconomie zal ongetwijfeld in staat zijn om een antwoord te bieden op de economische schokgevolg van de klimaatproblematiek, maar enkel op voorwaarde dat een vrije internationale marktwerking is gegarandeerd. Het lijkt dus best dat Davos vooral daarop inzet met concrete afspraken en maatregelen. Dat lijkt een nuttigere tijdsbesteding voor deze week dan wat goede groene intenties de wereld insturen.
Jan Van Hove, KBC Group Chief Economist