Chinese economie bodemt verder uit
17 januari 2020, 09:59 lokale tijd, Peking. Kopjes warme sojamelk geuren het Chinees statistisch bureau. Voorovergebogen statistici tikken naarstig de kwartaalgroeicijfers over in het systeem. Zweet parelt op de voorhoofden, brillen dampen her en der aan. Er staat veel op het spel. China is snelheidsrecordhouder in het publiceren van de groeicijfers. Foutloos, zonder nood aan enige herziening. Daar kan en mag geen verandering in komen. 10:00. Financiële media geven de data een voor een vrij. Opdracht volbracht. De ijverige medewerkers krijgen een schouderklopje. Hun werk zit erop, dat van de analisten begint.
Laten we aftrappen met de nodige nuance. Chinese groeicijfers zijn berucht omwille van hun kwaliteit. Er wordt wel eens gefluisterd dat de overheid de zaken wat … polijst. Maar als tweede grootste economie van de wereld mogen we ze toch niet volledig links laten liggen. Dat gezegd zijnde, groeide China doorheen 2019 met 6.1%. Naar Europese en Amerikaanse normen een uitmuntende prestatie. Maar voor China is dat een nieuw historisch diepterecord. Toch merken we enkele lichtpuntjes op. We kijken daarvoor eerst naar de kwartaaldynamiek. Tijdens het vierde kwartaal van 2019 groeide China met 1.5% kw/kw. Ook dat is vanuit een Chinees perspectief zwak, maar ligt wel in lijn met voorgaande kwartalen. De idee dat China het ergste misschien achter de rug heeft, wint aan kracht, temeer omdat de maandelijkse data zeker niet slecht(er) waren. De decembercijferreeks oogt voorzichtig positief. Industriële productie groeide in 2019 met 5.7% dankzij een forser dan verwacht herstel in de laatste maand van het jaar. Ook de bijna aanhoudende vertraging in de kleinhandelsverkopen (8% in 2019) vertoont verder tekenen van uitbodeming. Dat is een belangrijke conclusie voor een land dat zich almaar meer toelegt op binnenlandse consumptie. Van minstens even groot belang is het, toegegeven klein, herstel in de investeringen (5.4%). Met dank aan de private sector die in december een tandje bijstak.
Over de marktbeweging vandaag kunnen we vrij kort zijn. De data stemmen tot optimisme maar waren al bij al vrij kort bij de verwachtingen. De Chinese yuan versterkt verder van 6.88 tot 6.86 tegenover de Amerikaanse dollar. De evolutie van de yuan over een iets ruimere horizon daarentegen is een pak indrukwekkender.
Tijdens de zomer vorig jaar liepen de handelsspanningen tussen de VS en China hoog op. De VS dreigden en legden later nieuwe invoerheffingen op. De yuan verloor stevig terrein tot 7.15 tegenover de dollar op het hoogtepunt van de handelsescalatie. Het mag misschien niet luidop gezegd worden, maar allicht hield de Chinese centrale bank onder politieke druk de munt artificieel zwak, bij wijze van tegenreactie. Ondertussen ondertekenden Amerikaans president Trump en Chinees vicepremier Liu He eerder deze week een eerste deelakkoord. De anticipatie op de uiteindelijke handdruk tussen de VS en China legde de yuan geen windeieren (zie grafiek). Over de relevantie van het akkoord kan gediscussieerd worden. Punt is echter dat het handelspolitiek risico minstens even naar de achtergrond verdwijnt. In dat “handelsinterbellum” kan China, als teken van goede wil in de aanloop naar de tweede ronde gesprekken met de VS, de munt minstens wat sterker houden. Als nu ook de economische cijfers gradueel verbeteren, en daarmee de nood voor meer monetaire stimulering afzwakken, achten we de weg op korte termijn voor USD/CNY zuidwaarts als de meest waarschijnlijke.