Interferentie tussen fiscaal en monetair beleid
De onafhankelijkheid van centrale banken was lang een dogma waar niet aan te tornen viel. Die centrale bank kon tegengas geven als het fiscale beleid te veel gas gaf. ‘Iedereen’ was overtuigd dat dit samenspel de economie op een evenwichtig pad zou houden.
Recent staat die onafhankelijk op verschillende manieren onder druk. Sommige politici vinden dat de centrale bank meer mag/moet doen om het regeringsbeleid te steunen. Ook het post-crisis monetair beleid is, misschien ongewild, meer in het vaarwater gekomen van de fiscale politiek. De centrale banken stellen uiteraard dat de extreem lage rentes en obligatieaankopen tot doel hadden om deflatoire risico’s af te wenden. Toch waren ze de facto een belangrijke steun voor het fiscale beleid (forse reductie van de rentekost) en hielp het aankoopprogramma van obligaties de marktdruk op overheden met een wankele schuldpositie te temperen. Recent dook een nieuwe vorm van (mogelijk) nauwere vervlechting tussen fiscaal en monetair beleid op. Sommige centrale banken (ook de ECB) pleiten er voor dat het fiscaal beleid een groter deel de stimulering op zich neemt, ook omdat het arsenaal van het monetaire beleid stilaan is uitgeput. We pikken twee recente topic in verband met dit debat op.
President Trump vindt al lang de Fed hem veel meer moet steunen in zijn groeibeleid. Zo liet Trump meermaals verstaan dat hij zoals andere overheden ook wel geld wil krijgen om te ontlenen. Een soepeler Fed beleid moet ook de dollar verzwakken. Gisteren was Fed-voorzitter Powell in het Witte Huis voor een ‘informele’ babbel. Beide partijen bleven op hun standpunt. De Fed verklaarde dat Powell de lijn van vorige week in het Congres aanhield. De rente werd genoeg verlaagd en de Fed kijkt de kat uit de boom. Trump van zijn kant tweette dat hij zijn grieven nog eens had aangekaart. De markbeweging was beperkt maar toch verloor de dollar terrein bij de headlines over de ontmoeting. De markt ‘vreest’ dat er mogelijk toch beïnvloeding is. Overigens verliest de dollar na een sterke maand aan momentum. In de buurt van EUR/USD 1.1075 is het KT-alert voor de euro weer even afgeblazen.
Ook voor de rente is de interactie tussen monetair en fiscaal beleid niet onbelangrijk. Sinds augustus heeft de EMU-rente er een mooie remonte opzitten, om verschillende redenen. De markt hoopt op een gunstige uitkomst van het handelsconflict. Dan kan de activiteit, ook in de fors geteisterde verwerkende nijverheid herstellen.
Ondanks de ECB-versoepeling in september werd duidelijk dat verdere actie (waarop de markt al ver vooruit was gelopen) moeilijk werd. De rentemarkt zocht een evenwicht op een hoger niveau, waarbij nog nauwelijks op renteverlaging wordt gerekend. We denken dat ook het idee van een grotere rol voor fiscale stimulering minstens deels bijdroeg tot de rentestijging. De recente pauze in de rentestijging (zowel in de VS als Europa) heeft vooral te maken met de onzekerheid over de handelsdeal. Toch speelde in Europa mogelijk ook het debat over fiscale stimulering een rol. Daarvoor werd vooral gekeken naar landen met een riante budgettaire positie zoals Duitsland. Vorige week bleek dat Duitsland onverwacht aan een recessie was ontsnapt, met een welswaar magere groei van 0.1% in Q3. Duitse politici waren heel snel met hun conclusie dat Duitsland geen uitzonderlijke stimulus nodig heeft en de sanering van de overheidsfinanciën kan aanhouden. Het debat is hiermee niet afgelopen en de Europese rentes kunnen gerust nog iets hoger indien de eventrisico’s van de handelsoorlog en/of Brexit de economie niet meer (of minder) hypothekeren. In dit geval wordt mogelijk echter ook de roep voor bijkomende fiscale stimulering iets minder krachtig. In dat scenario tempert beter economisch nieuws mogelijk toch één van de ‘drivers’ voor hogere rentes. Of zal de nieuwe Europese Commissie een deel van de fiscale stimulering op een hoger, Europees niveau implementeren? Wordt zeker vervolgd.