Bank of England blaast warm noch koud
Het is politiek relatief rustig in het Verenigd Koninkrijk: brexit ligt momenteel op apegapen en de verkiezingscampagne moet nog echt losbarsten. Vanuit economisch oogpunt krijgen we pas volgende week belangrijke cijfers te zien (BBP, arbeidsmarktrapport, inflatie …). Het huidige vacuüm biedt daarom de ideale gelegenheid om die andere (althans in theorie) belangrijke marktvariabele onder de loep te nemen: het monetair beleid.
De Bank of England verzamelde gisteren. De Britse centrale bank hield de beleidsrente zoals verwacht onveranderd op 0.75%. Pittig detail: twee leden van het zevenkoppige comité (MPC) stemden voor een renteverlaging van 25 bpn. De laatste stem voor een renteknip dateert al van 2016. Het is tevens het eerste verdeelde besluit sinds juni 2018. De heren in kwestie, Saunders en Haskel, vinden een soepeler monetair beleid nodig om de (brexit)onzekerheid te counteren. Een meerderheid van het MPC is het daar dus niet mee eens, maar …
Carney en co geloofden lang dat ze de rente “gradueel en beperkt” zouden moeten verhogen om de inflatie kortbij de 2%-doelstelling te brengen. Zelfs in geval van een wanordelijke brexit sloot de BoE een renteverhoging niet uit. Die zogenaamde ‘hiking bias’ stond in schril contrast met veel andere centrale banken maar staat sinds gisteren op losse schroeven. In het monetair beleidsrapport – het vroegere inflatierapport – laat de BoE zich immers opvallend neutraal uit over de toekomstige richting van de beleidsrente. Als de internationale context verslechtert en/of brexitonzekerheid dreigt te verankeren, is er mogelijk monetaire versoepeling nodig, klinkt het. Het basisscenario van de BoE blijft niettemin een graduele groeiversnelling die op het einde van de driejarige beleidshorizon afklokt op 2%. Die (marginaal verlaagde) groei- en inflatieprognoses zijn zoals steeds gebaseerd op een “ordelijke transitie” – en dit is wel nieuw – “naar een diepgaand vrijhandelsakkoord tussen het VK en de EU”. Onder die assumptie en zowel op basis van de huidige rentecurve die uitgaat van 1 renteknip als bij een stabiele rente nestelt de inflatie zich op het eind van de horizon net boven 2%. De BoE concludeert dat een beperkte renteverhoging noodzakelijk blijft.
De markt hechtte niet al te veel belang aan de beleidsvergadering. Het pond ging in een Pavlov-reactie even onderuit op de twee onverwachte stemmen voor een renteverlaging maar herstelde snel. Monetair beleid speelt al langer een slechts secundaire rol voor het pond. Dat laat zich vooral leiden door de (recent gunstige) ontwikkelingen in brexit, het handelsconflict en de globale economie. De positieve impact daarvan op sterling was significant maar is op korte termijn waarschijnlijk uitgewerkt. De nakende stembusslag is de huidige cruciale variabele. De uitkomst is een binair risico voor het pond. De moeilijke voorspelbaarheid houdt het pond daardoor al sinds midden oktober gevangen in een enge zijwaartse handelsband kortbij EUR/GBP 0.86. Een breuk aan eender welke zijde is in de aanloop naar de verkiezingen op 12 december waarschijnlijk niet aan de orde.