Synchrone groeivertraging, maar asynchroon herstel
Laten we het vandaag niet over brexit hebben. Het Britse Lagerhuis is er weer eens in geslaagd de grenzen van de parlementaire democratie te verleggen. Het is nu wachten op de omzetting van de nieuwe EU-UK deal in Britse wetgeving alvorens de Members of Parliament (mogelijk) hun zegen zullen geven. De eindmeet op 31 oktober is theoretisch nog haalbaar, maar mogelijk wordt de brexit-deadline verder verschoven naar eind januari 2020, met de zondagse zegen van de EU-leiders. Wordt vervolgd. Maar laat ons vandaag onze blik even verruimen naar het wereldtoneel.
In alle brexit-drukte vorige week bleef de nieuwe World Economic Outlook van het IMF wat onder de radar. Deze halfjaarlijkse hoogmis leverde toch heel wat nieuwe inzichten op. Basisboodschap van het IMF luidt dat de wereld een synchrone groeivertraging doormaakt. Dat klinkt als technisch jargon met een niet al te positieve boodschap, maar eigenlijk stelt het IMF dat er van een algemene recessie absoluut geen sprake is. Paniek is nooit een goede raadgever en het IMF wijst – in tegenstelling tot andere internationale instellingen – op de schuldige: toenemend protectionisme en de bijhorende verstoring van het bedrijfssentiment, in het bijzonder door de Amerikaans-Chinese handelsoorlog en de brexit. Alleen internationale instellingen hebben de autoriteit om die feiten zwart op wit te bewijzen en wereldleiders op te roepen de echte oorzaken van de huidige problemen aan te pakken.
Dat alles leidt volgens het IMF tot een groeivertraging in alle regio’s ter wereld in 2019. Maar nog belangrijker zijn de IMF-vooruitzichten voor 2020. Daaruit blijkt dat de groeivertraging van 2019 zich doorzet in de Verenigde Staten, met een reële bbp-groei van 2,4% in 2019 en van 2,1% in 2020. Maar in de eurozone herstelt de economische groei zich in 2020 van 1% tot 1,4%, volgens de IMF-prognoses. Het groeiherstel zou dus geografisch gedesynchroniseerd verlopen. Dat is een belangrijk inzicht. Het afgelopen decennium zagen we immers vaak dat de Amerikaanse conjunctuur sterker presteerde dan de Europese. De VS zouden in dit scenario inderdaad nog steeds sneller groeien dan de eurozone, maar er is sprake van een groeiconvergentie. Dat kan belangrijke implicaties hebben voor de relatieve posities van de VS en de eurozone op de financiële markten die vooral stabiliserend werken ten opzichte van de afgelopen jaren. Historisch ondersteunt dergelijke groeiconvergentie een appreciatie van de EUR ten opzichte van de USD, kan het helpen de VS-EU handelsbalans te stabiliseren en de langetermijnrenteverschillen tussen de VS en Europa (Duitsland) te verkleinen. Uiteraard spelen ook andere factoren een rol, niet in het minst de verderzetting van het onconventioneel monetair beleid in de eurozone. Maar in elk geval lijken de groeiomstandigheden te veranderen om deze stabilisatie mogelijk te maken.
Cruciale vraag is natuurlijk of de voorspellingen van het IMF correct zijn. De inschattingen voor 2019 liggen in lijn met de verwachting van KBC Economics. Qua conjunctuurdynamiek zijn we akkoord met de asynchrone conjunctuurevoluties in de VS en de eurozone in 2020. Concreet verwachten we dat de groei in de eurozone zal evolueren van 1,1% dit jaar naar 1% volgend jaar. In tegenstelling tot het IMF verwachten we dus dat het groeiherstel in Europa trager op gang zal komen. Ook 2020 kondigt zich aan als een moeilijk jaar voor de Europese economie, hoewel onze cijfers veronderstellen dat de onderliggende groeidynamiek geleidelijk zal verbeteren. De snelheid van het herstel is vooral afhankelijk van het herstel in Duitsland. Die Duitse heropstanding kan een zetje krijgen zodra de regering in Berlijn besluit de economie sterker te ondersteunen. Voorlopig blijft de budgettaire stimulans beperkt. Vandaar dat we meer voorzichtigheid aan de dag leggen. En naarmate de finale brexitbeslissingen opnieuw vooruitgeschoven worden, blijft uiteraard ook de brexit de Europese groei aan banden leggen. En daarmee hebben we het noodgedwongen toch weer over die vermaledijde brexit gehad…