Augustus in oktober
Er hangt een slecht karma rond de maand oktober. Vorig jaar luidde ze de start in van een correctie van 20% op de beurzen en van een U-bocht op de rentemarkten. Sinds dinsdag is het op de beurzen weer van dat. De wrange smaak van de recessietrade die de augustusmaand domineerde is terug. Aanleiding was de ISM-bedrijfsvertrouwensindicator voor de verwerkende nijverheid in september. De ISM is de Amerikaanse tegenhanger van de PMI-enquête bij aankoopdirecteurs.
De ISM daalde onverwacht verder van 49.1 tot 47.8, het laagste niveau sinds juni 2009. Een cijfer beneden 50 duidt op contractie in de (in casu industriële) sector. Bovendien waren de details ronduit zwak. Van nieuwe orders, over nieuwe export orders (gevolg van sterke dollar?!) tot tewerkstelling. De subcomponenten duiden niet op beterschap voor oktober. Hoewel de maakindustrie maar ongeveer 1/10e van het Amerikaanse BBP voorstelt, vreest de markt dat de aantasting naar de cruciale binnenlandse diensteneconomie zal volgen. Ter vergelijking: consumptie staat garant voor ongeveer 70% van het BBP. De lakmoesproef volgt deze namiddag met het ISM-vertrouwen in de dienstensector. De consensus gaat uit van een beperkte daling van 56.4 tot 55, een lat die waarschijnlijk te hoog ligt.
Terug naar de marktreactie. De Amerikaanse S&P 500 beursindex verloor sinds dinsdagnamiddag meer dan 3%. Een breuk beneden 2822 zou een einde maken aan het patroon van opeenvolgende hogere toppen en hogere (corrigerende) bodems sinds de start van het jaar. De index slaagde er eerder (midden-september) niet in boven de recordkoers van juli te stijgen. De beurzen kunnen bovendien extra gevoelig worden aan de derdekwartaalresultaten. Behalve de globaal vertragende groei en onzekere toekomst klagen Amerikaanse bedrijven mogelijk over de sterke greenback. Het risicosentiment blijft minstens op korte termijn bijzonder fragiel.
De Amerikaanse rentes daalden met 20 basispunten aan het kortere eind (2j) en met 15 bpn verderop de curve (10j). Behalve lagere groei- (en inflatie)verwachtingen, vertelt de steilere curve vooral iets over de verwachtingen in verband met het Fed-beleid. Een belangrijke minderheid binnen de Fed – die waarschijnlijk het bovental haalt onder de stemgerechtigde Fed-leden – gaf in september aan dat ze verwachten dat de beleidsrente dit jaar waarschijnlijk nog één keer zal worden verlaagd. De markt trekt vol dezelfde kaart en geeft zelfs steeds meer gewicht aan een scenario van renteverlagingen in oktober én december. Om het met de woorden van een zwaargewicht binnen de Fed (NY Fed Williams) te zeggen: “In de achteruitkijkspiegel zie ik een stralende economie, maar met de blik op vooruit stapelen de donderwolken zich op”. Opvallend: de daling van de Duitse rentes bleef bijzonder gering. Akkoord, het betroffen Amerikaanse cijfers, maar de Europese beurzen verloren gisteren toch ook vlot tot 3%. Belangrijke Duitse economische instituten steunden gisteren ECB voorzitter Draghi/Lagarde’s oproep tot het gebruiken van budgettaire ruimte om de economie te ondersteunen. Dit soort berichten kan tijdelijk een daling van de Duitse rentes verhinderen, maar zonder concrete actie zal dat niet zo blijven als de risicoaversie aanhoudt. Het verschil in wapenarsenaal tussen ECB en Fed speelt mogelijk ook mee. De verschillende rentebewegingen tussen Europa en de VS verhinderde gisteren wel een verdere daling van EUR/USD. Het muntenpaar vat opnieuw post boven 1.0950.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal