Centrale bankiers temperen de verwachtingen
De wake-upcall van ECB-voorzitter Draghi’s opvolgster Christine Lagarde echode gisteren nog door de markten. Het besef groeit dat het marginaal nut van extra monetaire stimulus (in de euro zone) marginaal of zelfs negatief dreigt te worden. Obligatiemarkten liepen de voorbije zomer in dunne handel misschien te snel voorop op de feiten en zetten tijdelijk een stapje terug. Een evenwichtigere positionering in de aanloop naar de ECB-beleidsvergadering volgende week heet dat dan. Lagarde was niet de enige centrale bankier die deze week aan het werk was. In Australië (RBA), Zweden (Riksbank) en Canada (BoC) vergaderden de monetaire heersers. De RBA kwam eerder deze week al aan bod. Opvallend: ze temperden allemaal de (te?) hoge marktverwachtingen op nakende versoepeling en/of uitstel van de beleidsnormalisatie. Het ruikt zowaar naar een gecoördineerde actie.
De Zweedse Riksbank hield de beleidsrente ongewijzigd op -0.25%. De Zweden zetten hun de voorbije jaren zonder gêne in de slipstream van de ECB en waagden zich mee aan het negatieve rente-avontuur. Op basis van de Zweedse economische cijfers speelde het vrijwaren van een (relatief) zwakke munt hier ongetwijfeld een, onuitgesproken, rol in. Hoe dan ook, de Riksbank verhoogde eind vorig jaar voor het eerst de beleidsrente tot -0.25%. De bocht die globale centrale bankiers in 2019 namen zou ze in een niet zo ver verleden blindelings gevolgd hebben. Maar de tijden zijn veranderd. De Riksbank houdt vast aan haar plan om komaf te maken met negatieve rentes en wil rond de jaarwende een nieuwe renteverhoging toevoegen. De sterke Zweedse economie zal wel wat hinder ondervinden van de globale groeivertraging, maar de motor blijft draaien (1.5% groei in 2019 & 2020). De inflatie blijft nabij de 2%-inflatiedoelstelling. De Riksbank zou de Riksbank niet zijn zonder toe te voegen dat de beleidsnormalisatie vanaf 2020 iets trager dan verwacht kan verlopen. De Zweedse kroon spon garen na de beleidsvergadering. EUR/SEK daalde van 10.77 richting 10.66. De weerstandszone rond 10.85 die de voorbije weken onder druk stond, is daardoor opnieuw wat steviger. Een zijwaarts handelskanaal tussen 10.50 en 10.85 opent zich.
De BoC verlengde de pauze in haar normalisatieproces. De beleidsrente blijft 1.75%. Inflatie bevindt zich ook in Canada rond de 2%-doelstelling en de tweedekwartaalgroei oversteeg zelfs de verwachtingen. De risico’s, die duidelijk vermeld worden in de eerste paragraaf van de beleidsverklaring, liggen aan de kant van zwakkere groei (handelsconflict VS/China, druk op grondstoffenprijzen, historisch lage rentes), maar toch stelt de BoC geen renteverlagingen in het verschiet. Daarmee gaat ook zij in tegen de marktverwachtingen. De manier waarop het beleid tussen de ECB en de Riksbank lang gecorreleerd waren, geldt ook voor dat tussen de Amerikaanse Fed en de BoC. Ondanks de Amerikaanse renteverlaging in juli en de verwachte actie in september, gaat de BoC voorlopig dus niet overstag. De Canadese dollar won terrein. USD/CAD zakte van de weerstandszone net onder 1.34 richting 1.32. De handelsband tussen 1.30 en 1.34 wordt waarschijnlijk de komende weken het terrein voor USD/CAD. De markt schat de kans op actie (renteverlaging) op de volgende vergadering (30 oktober) in op 25%. Begin deze week was dat nog 65% De kans op een renteverlaging voor het einde van het jaar bedraagt 55%.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal