Legt Lagarde andere accenten dan Draghi?
Het bleef gisteren een beetje onder de radar. Christine Lagarde, die op 1 november Mario Draghi opvolgt als voorzitster van de ECB, legde gisteren haar adelbrieven voor tijdens een hoorzitting voor het economisch en monetair comité van het Europese parlement. De parlementsleden/specialisten stelden uiteraard heel wat kritische vragen, maar ze werd goed bevonden voor de job. Het voltallig parlement krijgt later deze maand ook nog zijn zeg.
De hoorzitting was begrijpelijk een politieke evenwichtsoefening. Het was niet de bedoeling dat Lagarde zich nu al openlijk zou mengen in het debat over het nieuwe stimuleringspakket dat volgende week (12 september) van de ECB verwacht wordt. Toch proberen we tussen de lijnen enkele mogelijk nieuwe accenten op te pikken. De, toegegeven beperkte, reactie van de euro en de Europese rentes, suggereren alvast dat ook de markten voelden dat Lagarde mogelijk een iets ander spoor zal volgen dan Draghi, al was het maar omdat de economische en monetaire context ondertussen veranderden.
Lagarde kon niet anders dan bevestigen dat ook zij een doortastend beleid wil voeren om de lage inflatie en ondermaatse groei het hoofd te bieden. Dat beleid zal nog voor langere tijd nodig zijn. Ze kreeg, niet onverwacht, veel vragen van parlementsleden over de neveneffecten van de negatieve rentes en van het onconventionele ECB-beleid in het algemeen (gevolgen voor de spaarders, impact op pensioensector, banken en risico voor financiële overdrijvingen). Dit zijn uiteraard ook de objecties die ECB-leden uit de noordelijke landen aanvoeren tegen een eventuele nieuwe start van het QE-programma. Wij (en blijkbaar ook de markten) hadden alvast de indruk dat ze die neveneffecten van extra versoepeling minder snel wegwimpelde dan we van Draghi gewoon zijn. Verwacht geen bruuske ommekeer, maar toch.
Het is in de eerste plaats de taak van de ECB om de inflatie richting de 2%-doestelling te brengen. In de praktijk komt dat nu de facto ook neer op een politiek om de groei te ondersteunen. In dit verband pleitte Lagarde er (zoals Draghi) voor dat de landen met budgettaire ruimte (Duitsland, Nederland e.a.) die ook moeten gebruiken. De nieuwe voorzitster gaf aan een rol te willen spelen in het klimaatbeleid. Als je dit koppelt aan een pleidooi voor meer samenwerking en coördinatie tussen het fiscale en het monetaire beleid, dan gaan je gedachten stilaan in een richting van een ECB die eventueel (in het kader van haar kwantitatief beleid) via de aankoop van obligaties, Europese klimaatinitiatieven kan helpen financieren.
In eerste instantie (volgende week) zit Draghi nog aan het roer. Er was recent iets wat leek op een soort gecoördineerde kruistocht van de ECB-leden van de noordelijke landen om QE nog niet te herstarten. Draghi heeft dat soort oproepen in het verleden dikwijls vakkundig gecounterd. Mogelijk zijn er wat dat betreft andere tijden op komst. Hoe dan ook, de aandacht voor de neveneffecten en het versterkte pleidooi voor coördinatie tussen fiscaal en monetaire beleid gaven de euro en de Europese rentes gisteren tijdens de hoorzitting alvast een (klein) duwtje in de rug. Vanaf 1 november kan Lagarde iets meer in haar kaarten laten kijken.