Daling olie: geschenk voor consument en Fed?!
“So great that oil prices are falling (thank you President T). Add that, which is like a big Tax Cut, to our other good Economic news. Inflation down (are you listening Fed)!” @realDonaldTrump (25 november)
Dat de Amerikaanse president Trump over alles en iedereen een mening heeft, en die op de koop toe via Twitter en andere kanalen verkondigt, is een understatement. Als zelfverklaard centrum van het universum steekt hij met de regelmaat van een klok pluimen op de hoed voor eender welke positieve ontwikkeling. De daling van de olieprijs is zijn meest recente “verwezenlijking”. Enkele kanttekeningen bij de prijsbeweging, en de conclusies die de president trekt, zijn op zijn plaats.
Eerst de feiten: de prijs voor een vat Brent ruwe olie daalde van meer dan $85/vat begin oktober onafgebroken tot minder dan $60/vat, het laagste niveau sinds oktober vorig jaar. President Trump speelt op twee vlakken effectief een rol. Om te beginnen is de dreiging om Iraanse olie volledig uit de markt te halen niet tot uiting gekomen. Een beperkt aantal landen mag zich in bepaalde omstandigheden nog steeds tot Teheran richten om olie te kopen. Daarnaast houdt hij zijn bondgenoot in de Perzische Golf, Saudi Arabië, het hand boven het hoofd in verband met de moord op de Saudische journalist Jamal Khashoggi in het Turkse consulaat. De dwangsom die kroonprins Mohammad bin Salman daarvoor moet betalen? De OPEC-productie op (record)koers houden. Voorlopig spelen de Saudi’s hun rol, maar dalende olie-inkomsten slaan een gat in de lokale schatkist. De hamvraag luidt of die laatste overweging al zal doorwegen op de OPEC-vergadering van 6 december in Wenen. Het lobbywerk binnen de groep van olieproducerende landen om via productieverlagingen de olieprijs in 2019 te ondersteunen is al volop bezig. De Amerikaanse oliesector is ook medeverantwoordelijk voor de recente prijsdaling van het zwarte goud. De VS stak eerder dit jaar Saudi Arabië en Rusland voorbij als grootste olieproducent ter wereld. De hoge gemiddelde olieprijs in de eerste drie kwartalen van het jaar maakte het lucratief om meer oliebronnen aan te boren.
Op basis van bovenstaande elementen denken we dat de huidige daling van de olieprijs vooral een positieve aanbodschok is, eerder dan een negatieve vraagschok, al gonst het van berichten over een globale groeivertraging. De conclusie die president Trump trekt voor de consument, een vermomde belastingverlaging, valt te verdedigen. De zoveelste sneer naar de Amerikaanse centrale bank (Fed) niet. Het is een publiek geheim dat Trump wil dat de Fed haar opwaartse rentecyclus stopt of zelfs omdraait. Het Amerikaanse hoofdinflatiecijfer zal nu effectief lager uitvallen door de daling van de energieprijzen en kan misschien zelfs onder de 2%-inflatiedoelstelling van de Fed zakken. De onderliggende kerninflatie daarentegen zal normaal minstens op peil blijven omdat de daling van de olieprijs aanbod- ipv vraaggedreven is. Die laatste assumptie zet president Trump zelf contradictorisch kracht bij door te wijzen naar de “belastingverlaging”. De Amerikaanse economie zal dus sterk blijven en is het voornaamste argument voor de Fed om haar normalisatiecyclus door te zetten. Thank you, President T.!