Vakantiegevoel even ‘on hold’
Het stond in de sterren geschreven dat we het vakantiegevoel in de markt even zouden moeten opbergen eind juli/begin augustus. Alle grote centrale banken (ECB vorige week, BoJ vandaag, Fed morgen, BoE donderdag) beslissen over hun beleid en er wordt een lange reeks belangrijke data bekend gemaakt. Zo rollen de groeirapporten voor het tweede kwartaal volop binnen. De meest recente ontwikkelingen suggereren alvast dat de centrale banken toch net iets meer moeten doen dan het beleidscommuniqué van vorige vergadering kopiëren en hun vakantie verderzetten.
De Bank of Japan bevindt zich in een vergelijkbaar moeilijke situatie zoals de ECB. In het beleidsrapport geeft de BoJ nog maar eens toe dat ze met een inflatie van 1.6% in 2022 de beleidsdoelstelling niet zal halen. Gezien de massale monetaire stimulus die de bank nu al geeft, zijn de bijkomende opties zo mogelijk nog beperkter dan bij de ECB. De BoJ veranderde haar ‘forward guidance’ (~beleidsintentie) formeel nog niet maar waarschuwt zeker op te treden als het inflatiemomentum verder wegdeemstert. De BoJ houdt waarschijnlijk de reactie in het oog van de yen op de acties van de Fed en andere grote centrale banken. Als een eventuele stijging van de yen de inflatie nog verder afkoelt, moet de bank mogelijk toch (een van) haar laatste kogels afschieten.
Eens te meer ligt de bal dus in belangrijke mate in het kamp van de Fed. Morgenavond weten we meer. De data in de VS waren recent niet alarmerend. Toch anticipeert de markt op een renteverlaging met ten minste 0.25%. De inflatie brokkelt ook in de VS af en ‘preventief optreden’ is het nieuwe codewoord. Op termijn dreigen de gevolgen van het handelsconflict en andere (geo)politieke topics ook de groei in de VS af te remmen. Bovendien is de dollar sterk en staat Powell onder druk van de (regering) Trump om de economie niet nodeloos op te zadelen met het competitief nadeel van een strak monetair beleid en een te sterke dollar. Die politieke analyse mag niet meespelen bij een onafhankelijk centrale bank. De vraag is wat de Fed ermee kan winnen om het beleid te strak te houden in een context waar de markten en de andere centrale banken zich voorbereiden op soepele monetaire condities. De mate waarin Powell op de persconferentie de deur openhoudt voor verdere versoepeling dit en volgend jaar, meer nog dan de verlaging zelf, zal bepalen of EUR/USD al of niet door de bodem van 1.11 breekt. De voorzichtigheid waarmee de markt dit niveau behandelt, geeft alvast aan dat ze een softe ondertoon verwacht.
Nog even terug naar de politieke onzekerheidsfactoren. Brexit is niet het belangrijkste risico voor de Amerikaanse economie, maar Powell zal het zeker ook vermelden hij het lijstje afgaat.
Na de aanstelling van Boris Johnson vorige week, verstevigde het pond heel even. Het was geen verrassing dat Johnson een kabinet van brexit-getrouwen op de been bracht. Sommigen in de markt hoopten mogelijk op een periode van minder hoog oplopende retoriek en werk achter de schermen. Daar is voorlopig weinig van te merken. De EU en het VK zetten hun hakken in het zand. Voor de EU is de deal die het afsloot met PM May de enig mogelijke. Johnson zegt dat de deal voor hem dood is en dat de ‘backstop’ die moet garanderen dat er geen harde grens komt tussen Noord-Ierland en de Ierse Republiek, hoe dan ook weg moet. Brexit blijft een binair politiek risico. Het is onmogelijk in te schatten of de partijen ‘last-minute’ toch niet op de pauzetoets drukken om een chaosscenario te vermijden. De (wissel)markt bereidt zich wel voor op het groeiend risico dat politieke koppigheid het dreigt te halen van economisch geïnspireerde redelijkheid. Het pond toont een paniekreactie die begint te lijken op de prijsbeweging onmiddellijk na het referendum in 2016. De breuk van EUR/GBP boven 0.91 is technisch gezien een niet te negeren waarschuwing. Ook hier blijft het gevaarlijk om naar een vallend mes te grijpen, zeker als de oorzaak van de val een oncontroleerbaar politiek proces is. Sommigen opperen dat een vrije val van het pond Johnson uiteindelijk kan dwingen om zich toch gematigder op te stellen. Zo ver zijn we nu echter nog (lang) niet.