Draghi houdt vinger aan de trekker
Gisteren hield de ECB haar beleidsvergadering. Die trok meer dan gemiddeld de aandacht. In de juni-beleidsvergadering liet Draghi een ballonnetje voor meer monetaire stimulus op als hij daartoe de economische nood zag. In Sintra concretiseerde hij die boodschap als een economie die niet snel tekenen van beterschap toont. De economische data sindsdien suggereerden dat allesbehalve. Een uiterst zwak PMI-bedrijfsvertrouwen en Duitse Ifo-indicator bevestigden dat deze week andermaal. De markt verdisconteerde daarom in grote mate al (grof) monetair geweld in juli. Voorbarig, zo bleek. Draghi laadde gisteren het geweer, hield de vinger aan de trekker maar haalde (nog) niet over.
‘Wake me up when September ends’. De trieste rocksong van het Amerikaanse Green Day leent zich uitstekend tot een samenvatting van de ECB gisteren. De centrale bank trapte met het beleidscommuniqué stevig van start. De belangrijkste beleidsrente blijft op -0.4%. De ECB wijzigde wel haar ‘forward guidance’ en stelt dat de rente minstens tot de eerste helft van 2020 aan het huidige of lagere niveau blijft. Dat is jargon voor een nakende renteknip (september) in dieper negatief territorium. Ze bekijkt daarom ook een systeem om de ongewenste neveneffecten van die negatieve rente te temperen. De ECB stoft wellicht ook het netto-aankoopprogramma af dat ze eind 2018 opborg. Het hoe en het wat is een taak voor haar medewerkers. Draghi en de zijnen halen dus alle middelen (terug) uit de kast. Waarom? De ECB haalt haar inflatiedoelstelling (dichtbij maar onder 2%) al lang niet meer en daar houdt ze helemaal niet van, dixit Draghi. Een nieuwe monetaire injectie biedt hopelijk soelaas. Wat de ECB betreft mag die inflatie na jaren van ‘undershooting’ zelfs gerust enige tijd bóven 2% noteren. In het communiqué maakte ze immers haar streven naar een “symmetrische” doelstelling kenbaar. Lees: het soepel monetair beleid is nog lang niet aan een einde toe.
Maar na het rockende beleidscommuniqué volgde een ietwat trieste persconferentie. Draghi besprak de economische context uitvoerig en maakt zich vooral zorgen over de maakindustrie die hard wordt getroffen door internationale factoren. Een recessie in de euro zone acht de voorzitter wel nog steeds weinig waarschijnlijk. Dat komt onder meer omdat de binnenlandse (diensten)economie het wel goed blijft doet. De door de hittegolf murw geslagen toeschouwers schotelden de ECB-voorzitter uiteraard enkele vragen rond de heropstart van het aankoopprogramma voor. Ze maakten het Draghi, die niet in zijn kaarten wou laten kijken, echter op geen enkel moment lastig. Voor meer concrete informatie over de bijkomende stimulus is het dus wachten tot in september.
De markt anticipeerde op een erg softe ECB maar bleef verweesd achter. Sommige investeerders rekenden gisteren al op daden, niet enkel woorden. Ook het gebrek aan details stelde veel beleggers teleur. De prijsbeweging op de markten was navenant. Beurzen ruilden winst voor verlies. Europese rentes wisten eerdere verliezen (die her en der tot nieuwe laagterecords leidden) uit en eindigden zelfs hoger. EUR/USD kwam kortbij cruciale steun rond 1.11 maar veerde vervolgens terug op. Wat het muntpaar betreft, speelt ook de Fed-beleidsvergadering volgende week een rol. De Fed verlaagt wellicht de rente, maar met hoeveel? Onder die onzekerheid zijn beleggers niet geneigd om belangrijke technische niveaus te slopen. Misschien brengt het Amerikaans BBP-cijfer (2019Q2) straks meer duidelijkheid?