RBNZ aan markt: “loop niet te hard van stapel”
De centrale bank van Nieuw-Zeeland (RBNZ) verlaagde in mei de rente van 1.75% tot 1.50%. Gouverneur Orr hintte toen op verdere versoepeling indien de economische afkoeling (zowel extern als intern) aanhoudt. Een goede maand later blijft de economische context precair, onder meer door de escalatie op handels- en geopolitiek vlak. De RBNZ besloot gisteren niettemin tot stabiele rentes. De boodschap voor de markt? “Loop niet al te hard van stapel.”
De centrale bank erkent dat de (globale) economische vooruitzichten minder gunstig evolueerden sinds de mei-vergadering. Dat is onder meer te wijten aan de aanhoudende (handels)onzekerheid. Die tast het ondernemersvertrouwen ernstig aan. Ook de neerwaartse druk op de huizenprijzen blijft de RBNZ kopzorgen baren omdat het de binnenlandse consumptie merkelijk afremt. Ze verwelkomt dan ook het groter dan verondersteld fiscaal duwtje in de rug van de regering. De combinatie met een soepel monetair beleid moet de groei en werkgelegenheid ondersteunen en de inflatie in lijn met de 2%-doelstelling brengen. Inflatie in 2019Q1 (laatst beschikbare data) bedroeg amper 1.5% j/j. Gouverneur Orr en zijn kompanen zien wel vooral neerwaartse risico’s verbonden aan de prognoses. Het beleidscomité besluit dat renteverlagingen “op termijn” wellicht nodig zijn.
Die softe eindconclusie veroorzaakte een op het eerste gezicht atypische marktreactie. De Nieuw-Zeelandse 10j.-rente won (toegegeven, marginaal) terrein. De kiwi dollar maakte de Pavlov-beweging lager onmiddellijk ongedaan. NZD/USD klauterde gisteren uiteindelijk driekwart procent hoger en sloot in de lage 0.67-zone. Heeft de markt de RBNZ dan niet goed begrepen?
Investeerders namen recent gretig voorsprong op de globale herpositionering in de richting van soepeler monetair beleid door centrale banken. Het Nieuw-Zeelandse scenario is niet anders. De 10j.-rente zette vorige week nog een nieuw diepterecord. Dat gebeurde minstens deels in anticipatie van (forse) renteverlagingen. Hetzelfde stelden we vast in de kiwi dollar, die zich (nog steeds) nabij de laagste niveaus in jaren bevindt. De RBNZ ging gisteren echter niet mee in dat verhaal van een snelle en agressieve neerwaartse rentecyclus. De markt trok haar conclusies en schaafde haar verwachtingen bij. Maar dat gebeurt bijzonder schoorvoetend …
Het mei-inflatierapport van de RBNZ suggereerde slechts één renteverlaging dit jaar. De volgende editie klokt het totaal aantal mogelijk af op twee. We denken niet dat de centrale bank het signaal van een lange dalende rentecyclus zal/wil geven. Voor een land met nog steeds solide groei(vooruitzichten) en een extern tekort is dat ook niet zo evident. De markt daarentegen acht de kans op meer dan één bijkomende renteverlaging echter nog steeds groter. Voor NZD/USD betekent dat evenwel dat er al heel wat monetaire versoepeling is ingeprijsd. Daarnaast kijkt de Amerikaanse dollar zelf ook aan tegen renteverlies. Bovendien betekent de dikkere rentebuffer van de greenback in theorie bovendien meer renteverliespotentieel. We denken daarom dat de kiwi dollar op korte termijn de bodem t.o.v. de USD gezien heeft. Het koppel test momenteel het 0.669-niveau. Een duurzame breuk daar voorbij verbetert ook technisch plaatje.