Een Noorse solo
De Noorse centrale bank vormt deze dagen de spreekwoordelijke uitzondering die de regel bevestigt. ECB voorzitter Draghi’s optreden in Sintra, de nieuwe reactiefunctie van de Fed, Australische verwijzingen naar extra renteverlagingen, de erkenning door de Bank of England van toegenomen risico’s … allemaal ten spijt, beslisten gouverneur Olson en zijn kompanen om de beleidsrente met 25 basispunten te verhogen tot 1.25%. Het is de 3e renteverhoging sinds september vorig jaar en als het van de Norges Bank afhangt zeker en vast nog niet de laatste.
Sterke groeivooruitzichten liggen aan de basis van de houding van de Noorse centrale bank. De Noorse economie wordt verwacht de prestatie van vorig jaar (2.6% groei) dit jaar te herhalen. De prognose voor 2020 bedraagt 1.9%. Tegen de achtergrond van de globale handelgedreven groeivertraging is dat hoogst opmerkelijk. De Noorse economie heeft echter een onmiskenbaar voordeel: het zwarte goud. Investeringen in de Noorse olie-industrie zullen dit jaar met ongeveer 14% toenemen. Die boost in de belangrijkste sector zal afstralen op alle andere compartimenten van de Noorse economie. Bovendien bevindt de Noorse inflatie zich boven de 2%-doelstelling van de centrale bank. Dat zal dit en volgend jaar zo blijven, vooraleer rond die 2% te stabiliseren in 2021 en 2022, oordeelt de Norges Bank. Tot slot stelt Olsen klaar en duidelijk dat het Noorse monetaire beleid “accomoderend” blijft en dat de Noorse munt zwakker is dan verwacht. Die ondergewaardeerde munt biedt extra ruimte tot monetaire verstrakking.
Hoewel de Noorse centrale bankiers zich wel degelijk bewust zijn van de internationale economische donderwolken, stellen ze een verdere beleidsnormalisatie voorop. In de loop van het jaar verwachten ze een renteverhoging tot 1.5%. Investeerders omcirkelen alvast de beleidsvergadering van 19 september met rood in de agenda. Voor de zomer van 2020 kan dan een nieuwe renteverhoging tot 1.75% doorgaan, een niveau dat de Norges Bank vereenzelvigt met een neutrale evenwichtsrente.
De Noorse kroon had wel oren naar de boodschap van de centrale bank. EUR/NOK daalde van 9.76 tot 9.66. Als de spreidstand tussen de ECB en de Norges Bank verder toeneemt, kan de Noorse kroon uit het langetermijnverzwakkingskanaal tov de euro kruipen (zie grafiek). EUR/NOK 9.40, de onderkant van het handelskanaal sinds 2018, is een eerste doelwit.
Het Noorse beleid staat ook in schril contrast met dat van Scandinavische buur Zweden. De Zweedse centrale bank ging in december vorig jaar ook moedig van start van de beleidsnormalisatie (depositorenteverhoging van -0.5% tot -0.25%). De vastberadenheid om een tweede renteverhoging door te voeren zakte sinds het begin van het jaar steeds verder weg. Op de beleidsvergadering van begin juli achten we de kans groot dat ze voor dit jaar definitief zal worden opgeborgen. De kaarten voor de Zweedse kroon liggen minder gunstig dan die van de Noorse kroon.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal