Fed renteverlaging, een kwestie van (weinig) tijd
De Fed hield de rente gisteren onveranderd (2.25%-2.50%). De markt vindt al een tijd dat de Fed de rente moet verlagen. Er was dan ook een gigantische discrepantie tussen de marktverwachting en wat de Fed aangaf als haar mogelijk rentepad. Die spreidstand blijft groot, maar toch hebben Powell en de markt elkaar op één of andere manier gevonden. De Fed is voldoende opgeschoven in de richting van de markt om die laatste niet uit koers te slaan. De Amerikaanse rentes duiken verder neerwaarts en ook voor de dollar wordt ‘lager’ blijkbaar de weg van de minste weerstand.
De Fed blijft al bij al vrij positief over de economie. Zo herstelde de consumptie zich na een moeilijke periode rond de jaarwisseling. De inflatie deemstert wel weg beneden de 2.0%. De Fed neemt ook akte van de toegenomen risico’s van de onzekere internationale context en de spanning omtrent de handel. Sinds maart keek de Fed nog de kat uit de boom, maar nu staat ze klaar om te voorkomen dat een lagere groei de dubbele doelstelling van maximale tewerkstelling en 2%-inflatie in het gedrang brengt.
De verandering in de mindset van de Fed blijkt best uit de verandering in de zogenaamde ‘rente-dots’, de neerslag van de verwachtingen over de beleidsrente van de individuele Fed-gouverneurs. Formeel wijst de mediaan van die voorspellingen nog op een onveranderde rente dit jaar en slechts één verlaging volgend jaar. Het kwam echter op één ‘stem’ aan. Een grote minderheid van de gouverneurs gaat wel al uit van 0.50% renteverlaging tegen eind dit jaar. Op de persconferentie liet voorzitter Powell ook verstaan dat nog meer leden de kans op een verlaging zien toenemen. De markten trokken hun conclusie. Tenzij de data volgende maand uitzonderlijk goed zijn en de internationale horizon plots opklaart, is de kans groot dat de Fed de rente al in juli verlaagt. Het debat in de markt gaat er nu over of het een verlaging met 25 dan wel met 50 basispunten zal zijn. De markt gaat er ook vanuit dat wanneer de Fed dit soort preventieve versoepeling start, het zelden of nooit bij één verlaging blijft. De 2-j rente gaat ongeveer 15 bpn lager. De 10-j rente dook vanmorgen beneden 2.0%.
Recent hield de dollar goed stand ondanks het verlies aan rentesteun. EUR/USD zakte deze week zelfs terug beneden 1.12 toen Draghi de deur openzette voor verdere versoepeling. De Fed heeft de balans gisteren opnieuw meer dan in evenwicht getrokken. De relatieve positie van de dollar wordt ondermijnd, ook al blijft er een aanzienlijke positieve rentebuffer. Op de persconferentie sprak Powell zich overigens niet uit over de dollar. Wisselkoersbeleid is een bevoegdheid van het ministerie van Financiën. In tegenstelling tot president Trump die Powell recent fors bekritiseerde over zijn te strak beleid, kleurde Powell niet buiten de lijntjes. Hij laat de communicatie over de wisselkoers aan de regering.
Trump en Co zullen in de aanloop naar de G20-vergadering volgende week die topic waarschijnlijk wel ter hand nemen. In het verleden propageerde de VS officieel een ‘strong dollar policy’, al was dat in de praktijk vaak niet meer dan retoriek. Trump doet al lang geen moeite meer om de schijn hoog te houden. Hij vindt de dollar te sterk en vindt dat veel handelspartners van de VS hun munt kunstmatig verzwakken. Zo kreeg Draghi deze week nog een flinke veeg uit de pan. De combinatie van een mogelijk fors verlies aan rentesteun en de VS die openlijk aansturen op een zwakkere dollar kan de Amerikaanse munt verder de wind uit de zeilen nemen. Een verdere daling van de dollar richting EUR/USD 1.1350 of zelfs 1.1450 (zie grafiek) is in deze context zeker mogelijk. Als die trein vertrekt, zal de ‘easing bias‘ van de ECB de beweging niet tegenhouden.