Bank of Canada houdt rente stabiel op 5%
Debat schuift op: van renteverhogingen al dan niet naar aanhouden van status quo
De Canadese centrale bank (Bank of Canada, BoC) liet de rente gisteren ongemoeid op 5%. In de lichtjes bijgewerkte communicatie maakte de BoC duidelijk dat dit ook de meteen de piek in de huidige rentecyclus zal zijn. Niemand verwachtte echt nog een bijkomende verhoging, maar dat zo expliciet vermelden toont dat de centrale bank denkt dat ze voldoende werk heeft geleverd om inflatie richting de 2%-doelstelling te herleiden. In december bedroeg de algemene prijsstijging nog 3.4%. Onderliggende maatstaven versnelden tot 3.6-3.7%. Die hardnekkige kerninflatie baart de BoC nog altijd zorgen en dat is een reden voor waakzaamheid. Het debat binnen de centrale bank gaat daarom hoofdzakelijk over hoe lang de rente op 5% moet blijven. De discussie over renteverlagingen serveerde gouverneur Macklem af als “voorbarig” gezien de BoC er in de bijgewerkte voorspellingen van uit gaat dat ze de inflatiedoelstelling pas in 2025 zal bereiken.
Door het agressieve rentebeleid (475 bpn stijging in twee jaar tijd) helt de vraag-aanbodbalans volgens de BoC nu lichtjes over in het voordeel van dat laatste. Het is een omfloerste manier van zeggen dat de economie stevig vertraagt, een cruciale randvoorwaarde in de inflatiequeeste. Ze verwacht voor 2024 een magere groei van 0.8% waarbij een betere tweede jaarhelft een zwakke eerste zes maanden moet compenseren. Voor 2025 mikt ze op een iets ambitieuzere 2.4%. Beide betekenen een marginale neerwaartse herziening (-0.1 ppt) t.o.v. de oktobervoorspellingen maar doen niets af van het verhoopte scenario voor een zachte economische landing.
In de theorie is de overgang van renteverhogingen naar het aanhouden van het status quo tot uiteindelijk renteverlagingen de logische gang van zaken. In markttermen wordt het middelste gedeelte dikwijls overgeslagen. De focus ligt op wanneer de BoC de monetaire versoepeling aanvat en dat is volgens de Canadese geldmarkt in juni. We vermoeden dat Ottawa toch ook met één oog kijkt naar het beleid van de zuiderburen. Bij een (te) snelle(re) start kan een verzwakkende Canadese dollar inflatie immers opnieuw aanjagen. Als de Fed het huidige marktpad volgt en in mei de trekker overhaalt, zijn de verwachtingen voor de BoC niet totaal irrealistisch. We zien risico’s voor een iets latere start bij de Fed, wat de BoC tot uitstel (tot in het derde kwartaal) kan verleiden.
De loonie zelf had gisteren weinig aandacht voor de beleidsvergadering. USD/CAD trok voorbij de 1.35-referentie maar dat was vooral onder invloed van een sterke Amerikaanse dollar na een sterk PMI-bedrijfsvertrouwen die de weerbare economische situatie in het land nog maar eens onderschreef. Bij een min of meer gelijklopende monetaire cyclus tussen de BoC en de Fed en in een context van globaal versoepelende monetaire condities, opnieuw aantrekkende (wereld)groei met dito vraag naar olie (een belangrijk Canadees exportproduct) zien we mogelijkheden voor een mooie CAD-appreciatie. USD/CAD 1.322 is een eerste belangrijke (CAD-)weerstand. Een breuk effent het pad richting 1.30.