Moet de Fed de rente wel (snel) verlagen?
Beweging blijft voorlopig beperkt tot de rentemarkt
De Federal Reserve in de VS probeert met haar beleid een dubbel mandaat te vervullen: maximale tewerkstelling in een context van prijsstabiliteit. Met een tussenpauze van vier dagen krijgen Powell en Co een reality check aangeboden voor beide parameters met de payrolls op vrijdag en de inflatiecijfers voor de maand maart die morgen worden bekend gemaakt.
Wat het eerste deel van de vergelijking betreft, maximale tewerkstelling, zit de Fed meer dan op koers. De tewerkstelling blijft groeien a rato van 300k per maand, (aanzienlijk) meer dan het langjarig gemiddelde. Ondanks het feit dat er meer mensen toetreden tot de arbeidsmarkt (participatiegraad 62.7% van 62.5%) daalt de werkloosheidsgraad van 3.9% tot 3.8%, een stuk beneden wat de Fed ziet als het neutrale niveau op lange termijn (4.1%). De lonen (0.3% m/m) blijven groeien aan een tempo dat waarschijnlijk te hoog is om inflatie vlot terug naar 2.0% te brengen. Fed-voorzitter Powell gaf op de persconferentie na de beleidsvergadering in maart aan dat de Fed de rente eventueel kan verlagen voordat inflatie de 2%-doelstelling bereikt, indien de arbeidsmarkt onverwacht fors zou verzwakken. Dat is voorlopig niet meer dan hypothetisch denken. Over wat er zou (moeten) gebeuren indien de arbeidsmarkt onverwacht (te) sterk is, weidde de Fed-voorzitter niet uit. De markt trok wel haar conclusies. De Amerikaanse rentes over de hele curve zetten nieuwe toppen voor 2024. Een technisch betekenisvolle breuk. Ook de verwachtingen voor zowel de eerste renteverlaging (juni wordt moeilijk, juli is niet zeker - 85%) als over de cumulatieve verlaging dit jaar (eerder 50 bpn dan 75 bpn), worden stevig teruggeschroefd.
Morgen volgt met de inflatiecijfers voor maart de tweede vergelijking in de Fed-matrix. Er wordt een inflatie verwacht van 0.3% op maandbasis waardoor de algemene inflatie terug kan oplopen van 3.2% j/j tot 3.4% j/j. Indien deze cijfers ook echt op de tabellen komen, kan je bezwaarlijk concluderen dat dit vertrouwen geeft dat inflatie blijvend op weg is naar 2%. Er is waarschijnlijk een echt zwak cijfer nodig om de technische rentebreuk nog ongedaan te maken.
Opvallend (en merkwaardig): het terugschroeven van de verwachtingen omtrent de Fed-versoepeling laat voorlopig weinig sporen na op andere markten. Ondanks een hogere (reële) rente houden de beurzen goed stand. Ook (cyclische) grondstoffen (bv. koper) die het in deze rentecontext normaal moeilijker krijgen, blijven het goed doen. Interpretatie van prijsevoluties over verschillende markten is geen eenduidige wetenschap. Een van de mogelijke verklaringen is dat markten op dit ogenblik concluderen dat het beleid minder strikt is dan de (absolute) renteniveaus doen vermoeden. Anders gezegd: de neutrale rente ligt hoger dan tot voor kort werd gedacht. Het is maar één van de mogelijke verklaringen. Hoe dan ook valt op dat ook de dollar nauwelijks profiteert van de stijging van de (Amerikaanse) rentes. Uitkijken of deze reactiefunctie standhoudt in geval van (relatief) hoge Amerikaanse inflatiecijfers morgen.