Nieuw-Zeelandse centrale bank trekt rente op tot 5.25%
25 of 50 bpn: stevige rentedaling sinds februari gaf de doorslag
De Nieuw-Zeelandse centrale bank (RBNZ) trok vanmorgen de rente met 50 bpn op tot 5.25%. Dat was het dubbele van de analistenverwachting. Die forse renteverhoging was nodig omdat inflatie, 7.2% in het vierde kwartaal van vorig jaar, hardnekkig hoog blijft. Het is mede het gevolg van een sterke arbeidsmarkt die via stijgende lonen de gezinsconsumptie ondersteunt. Groeiend toerisme compenseert dan weer een deel van de afgenomen buitenlandse vraag naar Nieuw-Zeelandse grondstoffen terwijl de wederopbouw en het fiscaal beleid na de doortocht van orkaan Gabrielle midden februari de economische activiteit op middellange termijn steunt. De conclusie is dat de vraag vandaag nog steeds het aanbod overtreft, en dat dwarsboomt een snelle terugkeer naar de 1-3%-inflatiedoelstelling. Op langere termijn moet een vertraging van de (globale) groei, verminderde activiteit in de bouw en de al geleverde monetaire verstrakking daar uiteindelijk wel voor zorgen.
Het doortastend optreden van de RBNZ staat in fel contrast met de grote Australische broer gisteren. Die laste een pauze in de cyclus in. De beslissing om de rente met 50 bpn op te trekken was niet alleen voor analisten een verrassing, ook voor de markt. Het monetair beleidscomité besprak de optie van 25 bpn maar omdat de rentes sinds de vorige vergadering in februari stevig waren teruggevallen (en dus een deel van het monetaire werk teniet ging), ging ze voort op hetzelfde elan. Nieuw-Zeelandse swaprentes trokken vanmorgen met bijna 10 bpn hoger aan het korte eind van de curve. De geldmarkt gaat uit van nog één additionele renteverhoging met 25 bpn in mei of juli. De kiwi dollar overklast iedereen van het G10-peloton. NZD/USD verstevigde even richting 0.6379 om nadien een deel van de winsten op te geven tot 0.6349.