Britse risicopremie loopt op
Markten nerveus voor eerste Labour-begroting in 14 jaar
De Britse (langetermijn) rentes trokken sinds midden september weer noordwaarts. De beweging viel samen met de algemene correctie hoger op kernmarkten zoals de Verenigde Staten en Europa. Maar in het Verenigd Koninkrijk is ze toch nog van een ander kaliber. Het verschil tussen de Britse 10-jaarsrente en die van de Amerikaanse evenknie neemt al sinds de zomer overhand toe. Dat was vooral dankzij een scherpe terugval van de Amerikaanse rentes. De snellere spurt van de Britse rentes van de laatste tijd brengt dat verschil nu naar het hoogste niveau sinds midden 2023. Diezelfde kredietrisicopremie bleef tegenover Duitsland het laatste jaar stabiel maar nadert sinds midden september nu ook het hoogste peil sinds de zomer van 2023. Behalve op een korte episode in september 2022 was dat de afgelopen drie decennia nooit meer.
De Britse markten zijn nerveus. Nerveus voor de eerste begroting onder een Labour regering in 14 jaar. Minister van financiën Reeves stelt die eind oktober voor. Het wordt een aartsmoeilijke oefening. Wil premier Starmer zijn groeidoelstelling van jaarlijks 2.5% halen, dan is een fiscaal duwtje in de rug noodzakelijk. Tegelijk moet het VK het fiscaal huishouden dringend op orde brengen na de grote gaten die de pandemie en energiecrisis sloegen. Tekorten blijven opstapelen in een tijdperk waar geld niet langer quasi-gratis is, is geen optie. Dat ondervond voormalig eerste minister Liz Truss en haar sidekick Kwarteng (minister van Financiën). De financiële markten straften de aankondiging van een grootschalig schulden-gefinancierd stimuluspakket genadeloos af. De obligatiemarkt crashte, langetermijnrentes gingen de lucht in. Een stijging van 50 bpn op één dag was niet uitzonderlijk. Het sloeg diepe wonden in de markt. En op een moment dat die zelfs nog niet helemaal geheeld zijn, dreigt Reeves die weer open te rijten. Het Britse budget wordt typisch opgemaakt zodat het voldoet aan een belangrijke regel: de schuldgraad moet binnen vijf jaar lager zijn dan vandaag het geval is. De budgettaire manoeuvreerruimte van Reeves is daardoor uiterst beperkt. Door te spelen met de definitie van “schuld” kan daar wel aanzienlijk verandering in komen. Volgens een raming van afgelopen maart loopt de beschikbare ruimte in het meest gunstige scenario op van 0.3% van het bbp tot liefst 2%. Reeves onderzoekt de mogelijkheden en dat zet de markt terecht op scherp. Afspraak op 30 oktober.