Fed ziet inflatie maar langzaam verder dalen
Eén renteverlaging dit jaar en vier volgend jaar
Er bestond geen twijfel over. Zelfs niet nadat iets lagere inflatiecijfers voor de maand mei markten eerder op de dag in extase brachten. De Fed hield de doelzone voor de beleidsrente onveranderd op 5.25%-5.50%. Afgezien van een inkorting van de paragraaf over het vertragen van de afrol van de obligatieportefeuille bleef de beleidsverklaring zo goed als onveranderd. Vorige maand zag de Fed dat er weinig vooruitgang was in de inflatie-afkoeling. Nu spreekt ze over een beperkte (“modest”) verbetering.
De Fed-gouverneurs schaafden hun vooruitzichten wel aanzienlijk bij in vergelijking met maart. De groeiprognoses voor de periode 2024-26 bleven onveranderd, maar de Amerikaanse centrale bank trok de inflatieverwachting wel opnieuw opwaarts bij tot respectievelijk 2.6% (van 2.4%) en 2.3% (van 2.2%) dit jaar en volgend jaar. De prognose voor 2026 bleef onveranderd op de inflatiedoelstelling van 2%. Ook de kerninflatie blijft langer hoger (2024: 2.8% van 2.6%, 2025: 2.3% van 2.2%). Concreet ziet de Fed dit jaar dus nauwelijks een verdere verbetering. De iets hoger verwachte werkloosheidsgraad voor volgend jaar (4.2%) en in 2026 (4.1%) overschrijdt de langetermijn evenwichtswaarde nog niet. Deze geaggregeerde voorspelling van de Fed-gouverneurs vertaalde zich in een hoger verwacht rentepad. Het merendeel van de gouverneurs ziet nog slechts ruimte voor één renteverlaging dit jaar (tov drie in maart), gevolgd door een bijkomende cumulatieve verlaging van 1% volgend jaar. Fed-gouverneurs stelden hun inschatting van de neutrale rente (theoretische evenwichtsrente die de economie niet stimuleert of afremt) opnieuw opwaarts bij (2.75% van 2.56%). Anders geformuleerd: de economie heeft waarschijnlijk een hogere rente nodig om inflatie blijvend onder controle te brengen.
Tijdens de persconferentie hield de Fed-voorzitter zich op de vlakte over de timing van een mogelijke versoepeling. Powell herhaalde dat het beleidscomité meer zekerheid nodig heeft dat inflatie duidelijk en blijvend richting 2% gaat om met renteverlagingen te starten. Tot nader bericht heeft de economie het huidig restrictief beleid nodig, ook al is er verbetering. Powell zei wel dat 2.6/2.7% PCE inflatie al relatief comfortabel is. Over het aangepaste rentepad voor dit en volgend jaar stelde de Fed-voorzitter vast dat dit gevolg is van de tragere inflatieafkoeling dit jaar. De eerste renteverlaging is vooral een kwestie van timing. De Fed-voorzitter herhaalde dat het inflatiecijfer van mei slechts één cijfer is binnen een bredere context.
Tijdens de persconferentie recupereerden Amerikaanse rentes enkele basispunten van de forse duik (tot 15bpn) na het inflatierapport van mei eerder op de dag. Toch daalden ze per saldo uiteindelijk 6 tot 10 bpn. Ondanks de nieuwe inflatievoorspelling ziet de markt nog steeds een kans van 65% op een eerste renteverlaging in september en 75% kans op een tweede verlaging in december. Ook de dollar won lichtjes terrein terug na de duik eerder op de dag. EUR/USD sloot juist boven de kaap van 1.08 af. De beurzen behielden mooi winsten van 0.85% voor de S&P 500 en 1.53% voor de Nasdaq. Beide indices sloten opnieuw op recordniveaus.