Amerikaanse inflatie koelt iets sneller af dan verwacht
Markt schuift opnieuw op richting een eerste Fed renteverlaging in september
Na een reeks koppig hoge inflatiecijfers in het voorjaar, zijn er stilaan tekenen dat de prijsdruk in de VS langzaam maar zeker afneemt. Het algemeen prijspeil stabiliseerde in mei (+0.3% m/m in april). Daardoor koelde de j/j-inflatie iets meer af dan verwacht van 3.4% tot 3.3%. De goede inflatieprestatie was deels toe te schrijven aan dalende energieprijzen. Toch schakelde ook de kerninflatie (ex voeding en energie) naar een lagere versnelling (0.2% m/m en 3.4% van 3.6% in april vs 3.5% verwacht). Een andere indicator van de onderliggende inflatie (zogenaamde supercore) die ook abstractie maakt van kosten gerelateerd tot huisvesting (huur etc) en die de voorbije periode een belangrijke factor was achter de aanhoudend hoge inflatie, daalde de voorbij maand zelfs marginaal (-0.04%). Die indicator krijgt ook de nodige aandacht bij de Fed om een inschatting te maken van de (toekomstige) inflatiedynamiek. Hoe zwaar de inflatieafkoeling weegt in de beleidsinschatting van Powell en co in een context van een nog steeds solide arbeidsmarkt leren we straks. Dan licht de voorzitter het rentebeleid toe en worden na de reguliere beleidsvergadering de vooruitzichten van de individuele Fed-gouverneurs bekend gemaakt.
De markt gaat er na het inflatierapport alvast vanuit dat de Fed in september in een positie terecht komt zoals de ECB en de Bank of Canada die toelaat het niveau van monetaire restrictie geleidelijk af te bouwen. Amerikaanse rentes dalen tussen 14 (2-j) en 7 bps (30-j). De markt ziet opnieuw meer dan 80% kans op een eerste renteknip in september en op 25 bpn vervolgactie in december. Na tweedagen van euro-zwakte, levert de dollar nu stevig terrein in. EUR/USD vat opnieuw post boven de kaap van 1.08 (1.082). De beurzen herademen. De Eurostoxx 50 wint 1.25%. Amerikaanse beursfutures suggereren openingswinsten van iets minder dan 1%.