Brits arbeidsmarktrapport te gemengd voor eenduidige conclusies
Pond trappelt ter plaatse
Het Brits arbeidsmarktrapport vanmorgen is de eerste belangrijke cijferreeks sinds de beleidsvergadering van de Bank of England vorige week. Het is een van die datapunten, samen met de inflatiecijfers, die bepalend zijn of de centrale bank op de volgende vergadering in juni al dan niet overgaat tot een eerste renteverlaging. Helaas voor gouverneur Bailey en de zijnen levert de editie voor maart geen eenduidige conclusies op. De tewerkstelling in de drie maanden tot maart tuimelde met 178k, al was dat wel minder dan de krimp die analisten verwachtten (220k). In de eerste schatting voor april brokkelt de tewerkstelling voort af met 85k. Die groter dan gevreesde terugval gaat wel gepaard met een stevige bijstelling van het negatieve cijfer van de vorige maand (van -67k tot -5k). De werkloosheidsgraad kroop zoals verwacht omhoog van 4.2% tot 4.3%. Lonen stegen in het eerste kwartaal dan weer aan een stevig tempo van 6% vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. Analisten mikten op een beperkte afkoeling tot 5.9%. Die sterke loongroei verklaart in belangrijke mate waarom inflatie in de arbeidsintensieve dienstensector nog steeds een veel te hoge 6% bedraagt.
De talrijke tegenstrijdige signalen duwen de (marktverwachtingen voor de) Bank of England in de ene noch andere richting. Dat vertaalt zich in een makke eerste reactie van het pond. EUR/GBP stabiliseert in de omgeving van 0.859. Bovendien is dit rapport pas het eerste van de twee die de centrale bank in de aanloop naar juni, samen met nog twee inflatiepublicaties, voorgeschoteld krijgt. Voorlopig houdt de markt voor ongeveer 60% rekening met een inaugurele renteknip op die vergadering. We verwachten dat dit de komende weken nog zal groeien gezien het verwachte inflatietraject (basiseffecten duwen het algemene cijfer mogelijk tijdelijk beneden 2%). Het pond verliest hiermee mogelijks een belangrijke hefboom t.o.v. de euro, waar de markt al geruime tijd rekening houdt met minder rentesteun van de ECB.