Amerikaanse korte rente terug naar af
Iets lagere PPI-inflatie zorgt voor dijkbreuk
Amerikaanse rentes met korte looptijden namen op vrijdag een forse duik. Amerikaanse producentenprijzen voor de maand december waren de onverwachte trigger. Ze daalden marginaal op maandbasis (-0.1% vs +0.1% consensus) waardoor de jaar-op-jaarvergelijking slechts steeg van 0.8% j/j tot 1% (vs 1.3% consensus). Na de forse marktreactie aan het korte eind van de curve is het (meer dan) terug naar af met het renteherstel sinds de start van het jaar. Activiteits- en arbeidsmarktcijfers gooiden samen met speeches van centrale bankiers koud water over de eindejaarsrally. Een realiteitscheck waarna investeerders (te) agressieve posities voor snellr renteverlagingen terugschroefden. Op donderdag was de marktreactie na hogere Amerikaanse CPI inflatiecijfers een teken aan de wand. Een poging om de voort te bouwen op het renteherstel mislukte, waarna markten in extremis zelfs de andere richting kozen. Van 4.4% ging het voor de Amerikaanse 2-j rente via 4.25% tot 4.15% na de PPI’s op vrijdag. Dat is het laagste peil sinds mei van vorig jaar. Opvallend genoeg dichten Amerikaanse geldmarktrentes nog steeds een 75% kans toe aan een eerste renteverlaging door de Fed in maart.
De typische correlaties met andere markten waren zwak. De euro en de dollar hielden mekaar ondanks wat volatiliteit in balans, te meer omdat Europese rentes het ingeslagen pad van hun Amerikaanse tegenvoeters volgden. Europese beurzen eindigden vooral dankzij inhaalwinsten tot 1% hoger. De sfeer op Wall Street was minder uitbundig (-0.3% tot +0.3%). De Amerikaanse en Britse raketaanvallen op Houthi-doelwitten in Yemen zorgde met risicoaversie voor tegengewicht. De prijs voor een vat Brent ruwe olie ging op een bepaald ogenblik even boven $80/vat. De combinatie van lagere rentes in kernlanden en risicoaversie hielpen de Japanse yen tijdelijk vanonder de verkoopdruk uit.
Vandaag zijn Amerikaanse markten gesloten (Martin Luther King Day). Ze zetten een rem op de handel. In Azië gaat de aandacht naar continuïteit na presidentsverkiezingen in Taiwan en naar het onverwacht status quo van de Chinese centrale bank (1j-ontleningsrente onveranderd op 2.5% ipv verwachte 2.4%). Ze kunnen markten niet in de ene of de andere richting duwen. Later deze week kijken we vooral uit naar speeches van centrale bankiers op het World Economic Forum in Davos.