Sterke ISM onder de mat geveegd
Europese renteverliezen stapelen zich op
Het tij op de rentemarkten is nog niet gekeerd. De asymmetrische voorkeur om te reageren op “zwakkere“ cijfers heeft nog steeds de bovenhand. Gisteren ging een forsere daling van het aantal openstaande Amerikaanse vacatures met de aandacht lopen. Ze vielen terug tot zo’n 8.7 miljoen in oktober. Dat is nog steeds meer dan de 7 à 7.5 miljoen van voor de pandemie (2018-2019), maar wel al een pak minder dan de 12 miljoen piek uit maart van vorig jaar. Ten opzichte van het aantal openstaande betrekkingen staat een leger werklozen van zo’n 6.5 miljoen Amerikanen, het hoogste aantal sinds januari 2022 en ten opzichte van een bodem rond 5.7 miljoen. De ontslagratio (vrijwillige ontslagen tewerkgestelde bevolking) stabiliseerde op 2.5% (tov 3% piek). Een hogere ontslagratio is een teken van een sterkere arbeidsmarkt (vertrouwen in het snel vinden van een nieuwe job). De aannameratio bij bedrijven daalde van 3.8% tot 3.7%, een evenaring van het laagste niveau sinds de pandemie. Deze arbeidsmarktgegevens gingen samen met een sterker ISM-vertrouwen uit de dienstensector ter perse. De ISM steeg van 51.8 tot 52.7. Details waren sterk en toonden opnieuw een stevig aantal nieuwe bestellingen (55.5) terwijl tewerkstelling ook iets toenam (50.7 van 50.2). Loongedreven prijsdruk blijft hoog (58.3). De combinatie van cijfers duwde Amerikaanse rentes opnieuw lager. Ze verloren 5.9 tot 11.3 basispunten. De grootste verliezen waren voor het lange eind van de curve dat een donkere economische toekomst orakelt. Opvallend genoeg waren de Europese renteverliezen opnieuw nog groter. Europese swaprentes kregen een nieuwe tik van 7.3 (2-jr) tot 14.2 (30-yr) basispunten. De publieke bocht van Duits ECB-lid Schnabel heeft daar deels mee te maken. Voor het eerst loste ze de rol als voortrekker van extra ECB-renteverhogingen en pleitte ze voor stabiliteit. De relatieve rentebeweging trok EUR/USD voor het eerst sinds midden november beneden 1.08.