Op Aziatische rondreis
Lagere inflatie, rente status-quo en een fikse waarschuwing
Een snelle Aziatische update brengt ons vanochtend van Zuid-Koreaanse inflatiecijfers via prijsindicatoren voor de Japanse hoofdstad Tokyo en de rentebeslissing in Australië tot een negatieve ratingbeslissing voor China.
De Zuid-Koreaanse inflatie viel in november meer dan verwacht terug. Een maand-op-maanddaling van 0.6% brengt het jaarcijfer terug tot 3.3% (van 3.8% tov 3.5% consensus) na drie (onverwachte) versnellingen. Een stevige terugval in energie- en voedselprijzen lag aan de basis, maar onderliggende kerninflatie vertraagde ook van 3.2% tot 3%. De cijfers bieden meer comfort aan de Zuid-Koreaanse centrale bank. Die bracht vorige week de moeilijke boodschap van hogere inflatievooruitzichten in combinatie met een iets minder sterk engagement tot hogere rentes voor langer. De toezegging om de beleidsrente "geruime tijd" restrictief te houden, maakte plaats voor de mededeling dat de rente gedurende een voldoende lange periode restrictief zou blijven om ervoor te zorgen dat de inflatie naar haar doel convergeert. De Zuid-Koreaanse beleidsrente bedraagt sinds januari 3.5%, het hoogste niveau in 15 jaar.
In de Japanse hoofdstad nam de prijsdruk in november ook af. De maatstaf die abstractie maakt van verse voeding – favoriet van de Bank of Japan – vertraagde van 2.7% tot 2.3%. Tokyo inflatie wordt voor de nationale cijfers gepubliceerd en heeft de meest marktwaarde. Opnieuw zijn lagere energieprijzen (gas en elektriciteit) de voornaamste oorzaak. Ze ondersteunen de BoJ-these dat de Japanse inflatie-opstoot boven de 2%-doelstelling slechts een tijdelijk fenomeen. De BoJ kan zo vasthouden aan haar Kaizen-aanpak van beleidsnormalisatie. Het voorbije jaar wijzigde ze maximale afwijking rond de 0%-doelstelling voor de 10-jaarsrente trapsgewijs van 25 tot 50 en vervolgens 100 basispunten. Die maximale afwijking transformeerde van een harde grens (no pasaran) naar een soepele die niet meer op dagbasis verdedigd wordt. Aan de effectieve beleidsrente (-0.1%) sleutelde de BoJ ondanks marktdruk (JPY) niet. Dankzij de correctie lager in Amerikaanse rentes, kreeg de Japanse centrale bank zelf iets meer ademruimte via een beperkt muntherstel. De situatie verbeterde niet structureel, maar werd wel minder precair. (USD/JPY 147 tov 152 top).
De Australische centrale bank (RBA) hield de beleidsrente onveranderd op 4.35%. Vorige maand verhoogde ze de rente na een pauze van 4 maanden omdat ze oordeelde dat het disinflatieproces te traag verliep. Sinds die meeting waren er te weinig cijfers om de beleidskoers nu al opnieuw bij te sturen. De RBA blijft data-afhankelijk en zal indien nodig het monetaire beleid nog verder verstrakken. De markt had na de strenge taal van de Nieuw-Zeelandse centrale bank vorige week verwacht dat de Australische buren de tred zouden volgen. Het verklaart waarom de Aussie dollar het vanochtend iets lastiger heeft (AUD/USD < 0.66) en waarom de korte AUD swap rentes zo’n 5-tal basispunten verliezen.
Eindigen doen we onze reis in China. Kredietbeoordelaar Moody’s verlaagde de outlook op de Chinese A1-rating van stabiel tot negatief. Het ratingbedrijf is bezorgd over het onhoudbare (?) schuldtraject. Beleidsmakers zetten nog maar eens een hefboom onder hun fiscale stimulus naar aanleiding van de vastgoedcrisis. De beslissing kwam net voor sluiting van de Aziatische beurzen en zorgde voor een valversnelling. De belangrijkste Chinese indices verliezen tot 2%. De Chinese yuan verzwakt richting USD/CNY 7.15.