Amerikaanse inflatiecijfers laten markten dagdromen over soft landing
Rentes corrigeren tot 20 bpn; dollar onderuit
Amerikaanse inflatiecijfers voor de maand oktober werden gisteren op uitzinnig gejuich onthaald. Op maandbasis stabiliseerde de prijsstijging waardoor de jaar-op-jaarvergelijking terugviel van 3.7% tot 3.2%. Beiden waren marginaal beter dan verwacht (0.1% m/m en 3.3% j/j). Dezelfde afwijking zagen we de onderliggende kerninflatiereek die abstractie maakt van volatiele componenten zoals voeding en energie: +0.2% m/m en 4% j/j ipv 0.3% m/m en 4.1% j/j. Deftige Amerikaanse groei en het lopende disinflatieproces zetten hoop op een “soft landing” kracht bij. Centrale bankiers hebben daarin het monetaire beleid net restrictief genoeg gemaakt om inflatie terug te brengen tot de 2%-inflatiedoelstelling zonder daarbij de groei volledig te kelderen.
Ten opzichte van die kleine deviaties stonden buitensporige marktreacties. Ze zeggen meer over het onderliggende marktsentiment (al lang op zoek naar een reden tot correctie op de renterally) dan over de eigenlijke cijfers. Amerikaanse rentes daalden met 19 basispunten op een looptijd van 10-jaar en met iets meer dan 20 bpn op de kortere looptijden. Nieuwe novemberdieptepunten op alle looptijd bestendigen de correctie die begin deze maand startte. De markt houdt nu totaal geen rekening meer met een extra renteverhoging door de Fed en kijkt vastberaden in de richting van een eerste renteverlaging in mei (!). De dollar was kind van de rekening. Het verlies aan rentesteun en de hoerastemming op de beurzen katapulteerde EUR/USD van 1.07 richting 1.0875, de hoogste koers sinds begin september. Volgende weerstand (62% herstel op EUR/USD-daling tussen juli en oktober) bevindt zich op 1.0960. De belangrijkste Amerikaanse beurzen wonnen 1.4% (Dow) tot 2.4% (Nasdaq) en breken definitief met het sell-on-uptickspatroon sinds deze zomer. De rentegevoelige Russell 2000 (small-caps) steeg zelfs meer dan 5% en staat opnieuw (nipt) positief voor het kalenderjaar 2023.