Riksbank in het zog van de ECB
Nieuwe renteverhoging brengt beleidsrente op 4%
De Zweedse Riksbank trok zopas de beleidsrente met 25 bpn op tot 4%. Zowel analisten als de markt hadden de beslissing verwacht. Inflatie in het Scandinavische land is op de goede weg, onder meer dankzij de dalende energieprijzen en uiteraard de eerder geleverde monetaire verstrakking. Maar met de door de Riksbank geliefkoosde graadmeter (CPIF) nog steeds ver boven de 2%-doelstelling (4.7% in augustus) is het nog veel te vroeg om victorie te kraaien. Een gelijkaardige maatstaf die abstractie maakt van energie bedraagt zelfs 7.2%. Dat toont aan dat de binnenlandse inflatoire krachten verre van verdwenen zijn. Amper bijgevijlde prognoses stellen een gemiddelde jaarinflatie voor 2023 van 5.9% voorop en 2.5% in 2024. Het effect van energie/olie is ook hier uiterst duidelijk. CPIF exclusief die component wordt dit jaar op 7.5% gezien. Voor volgend jaar flirt ze met 3%. De agressieve verstrakking blijft niet zonder gevolg voor de economie. De Riksbank schat de groei voor dit jaar wat lager in op -0.8% (komende van -0.5% in juni). De economie zal ook in 2025 waarschijnlijk (nipt) krimpen met -0.1%. Toch ligt er mogelijks nog bijkomende monetaire verstrakking in het verschiet. Het nieuwe rentetraject stelt weliswaar geen volledige renteverhoging meer in het verschiet, het blijft lichtjes opwaarts georiënteerd. Op die manier houdt de Riksbank alle opties open. Het zullen de economische cijfers zijn die het lot van het toekomstig monetair beleid bepalen. Oktober is wat dat betreft een belangrijke maand met de PMI’s op 4 oktober, inflatie op 13 oktober, de werkloosheidsgraad een week later en derdekwartaal bbp-groei op de voorlaatste dag van de maand. De Riksbank vergadert dit jaar nog één keer op 23 november. Op dit moment schat de markt de kans op een nieuwe renteverhoging in op 30%.
De Zweedse kroon won in een Pavlov-reactie terrein t.o.v. de euro. EUR/SEK dook even beneden 11.80 maar beperkt de verliezen ondertussen tot 11.85. De munt handelt nog steeds historisch uiterst zwak. De Riksbank stelt dat ook vast en noemt die waardering in de beleidsverklaring “niet te rechtvaardigen”. Maar ze erkent de inflatierisico’s die het met zich meebrengt. Een comeback van de SEK is hoe dan ook niet evident. Net als de Riksbank, houdt de ECB immers ook alle opties op tafel. Data-afhankelijkheid is geen Zweeds exclusief. In de huidige economisch onzekere context geniet de euro het voordeel van de twijfel over kleinere munten, waaronder de SEK. Voorlopig kan EUR/SEK consolideren binnen een handelsband tussen grosso modo 11.40 en 12.