Tsjechische kroon put moed uit uitspraken CNB-gouverneur
Renteverlagingen zijn niet aan de orde
De CNB is de NBP niet. Zo vatten we het interview van afgelopen weekend met de gouverneur van de Tsjechische centrale bank (CNB), Ales Michl, samen. Zijn Poolse collega Glapinski van de NBP kapte twee weken geleden 75 bpn van de beleidsrente (nu 6%). Zowel analisten als de markt gingen uit van een voorzichtige start van de versoepelingscyclus met 25 bpn, al was het maar omdat daar met >10% (zowel algemene als kern)inflatie weinig ruimte voor bestaat. De beslissing joeg een schokgolf door Poolse en regionale markten. De Tsjechische kroon deelde in de klappen. EUR/CZK trok van 24.2 richting 24.7, het zwakste niveau in bijna een jaar en min of meer datgene waarop de CNB in 2022 meermaals intervenieerde om een verdere, inflatoire CZK-verzwakking tegen te gaan.
Sinds het interview handelt het muntenpaar opnieuw iets lager (CZK sterker), in de omgeving van 24.42. Michl zei dat de Tsjechische inflatie veel te hoog is om nu al over te gaan tot renteverlagingen. Het hoofdcijfer wordt verwacht om van 8.5% in augustus af te koelen richting de 2%-doelstelling in de eerste jaarhelft van volgend jaar. Kerninflatie zal op dat moment echter nog steeds meer dan 3% bedragen. “Verwacht niet dat we de rente zullen verlagen in september of oktober”, klonk het. Er is hoogstens ruimte voor de start van een verkennend debat. De modelmatige rentevoorspellingen van de CNB-statistici wijzen nochtans op relatief snelle renteverlagingen vanaf het vierde kwartaal dit jaar. Maar dat veronderstelt een Tsjechische munt die sterker handelt dan vandaag het geval is. De munt en beleidsrente zijn zeker voor een open economie als Tsjechië communicerende vaten. Met een zwakke(re) kroon importeert het land inflatie, wat een (vlotte) vermindering van de beleidsrente hindert. Omgekeerd remt een sterke munt de groei en uiteindelijk inflatie af zodat de beleidsrente misschien iets minder hoog moet. Op een moment van nog steeds te hoge inflatie is een ongecontroleerde CZK-depreciatie dus niet wenselijk, al zeker niet als dat door toedoen van derden is. Het verbaal tegengewicht van Michl ging ook op de rentemarkt niet onopgemerkt voorbij. Het korte eind van de curve (2-j) trok tot 8.5 bpn hoger. Tsjechische geldmarkten schroefden hun te agressieve verwachtingen rond renteverlagingen (tot 75 bpn tegen eind dit jaar) terug.