Zweedse inflatie koelt iets sneller af dan verwacht
Kroon flirt nog steeds met historisch dieptepunt.
Het duurde even maar voor de tweede maand op rij koelt de inflatie in Zweden iets sneller af dan verwacht. De CPIF-inflatie (met vaste rentekosten) die de Riksbank voor ogen heeft bij het zetten van haar monetair beleid, daalde 0.1% M/M in augustus. Daardoor koelde de jaarinflatie af van 6.4% tot 4.7% (4.9% was verwacht). De CPIF kerninflatie (ex energie) was 0.3% lager dan in juli waardoor het j/j cijfer temperde van 8.0% tot 7.2%. Op maandbasis was er vooral een forse daling van de prijzen voor voeding (-0.7%) en voor cultuur en ontspanning (-2.8%). Anderzijds was er een aanzienlijke stijging van de kosten verbonden aan huisvesting en voor brandstoffen (7.5% M/M). Hoewel de daling op maandbasis forser was dan verhoopt, blijft M/M-stijging voor een hele reeks subcategorieën boven 0.5%, wat toch nog steeds wijst op relatief wijd verspreide prijsdruk.
De augustus inflatiecijfers hebben waarschijnlijk weinig invloed op de rentebeslissing van de Riksbank volgende week. Bij haar vorige vergadering in juni gaf ze aan dat ze de rente dit jaar waarschijnlijk nog minstens een keer zou verhogen. De voorzichtige inflatieverbetering van de voorbije twee maanden is niet van die aard om daar op terug te komen. Het doet wel vragen rijzen over eventuele verdere verhogingen.
In dit verband is de Riksbank zich bewust van de inflatoire dreiging van een verdere verzwakking van de kroon. In juni dacht ze de daling van de kroon te kunnen temperen door een versnelde afbouw van de obligatieportefeuille. Voor de wisselmarkt is dit echter duidelijk geen alternatief voor harde, reële rentesteun. Een renteverhoging tot 4.0% volgende week en enkel een voorwaardelijk engagement om nog een verdere laatste stap te zetten indien nodig is waarschijnlijk onvoldoende om de kroon uit het slop te helpen. Een beleidsrente van 4.0% biedt de kroon geen rentevoordeel tegen de dollar, de euro of zelfs de Noorse kroon, iets wat de Zweedse munt op dit ogenblik duidelijk nodig heeft. Aan EUR/SEK 11.93 flirt de kroon nog steeds met het historisch dieptepunt (11.96 in augustus). Ook een context van algemeen verkrappende monetaire condities speelt niet in het voordeel van een kleinere, minder liquide munt met een cyclisch profiel zoals de kroon. In recente speeches toonden RB-gouverneurs zich geen voorstander van wisselkoersinterventies die het label kregen van duur en inefficiënt. De Riksbank heeft na volgende week nog één rentevergadering dit jaar op 23 november. De markt houdt rekening met een kans van ongeveer 40% op een november-verhoging.