Turkse trendbreuk blijft onvoldoende
Nieuwe dieptepunten voor de Turkse lira
De Turkse centrale bank verhoogde de beleidsrente gisteren van 8.5% tot 15%. Zonder achtergrond oogt die actie even spectaculair als ongelofelijk. En toch reageerde markt achteraf vooral ontgoocheld.
Rewind. Turks president Erdogan trok vorige maand aan het lange eind in de tweede ronde van de Turkse presidentsverkiezingen. In de nasleep voerde hij stevige kabinetswijzigingen door en kwam er ook een wissel van de macht aan het hoofd van de centrale bank. Hoewel Erdogan officieel nog steeds dweept met de onorthodoxe gedachte dat lagere rentes het antidotum zijn voor hoge inflatie, aanvaardt hij voor het eerst de autonomie van de centrale bank (en het ministerie van Financiën). Die volgen een iets marktconformere visie. In een eerste daad beëindigde het ministerie de zinloze wisselkoersinterventies die de valversnelling van de Turkse lira afremden. Dat zorgde voor een eerst reset naar een meer fundamentele evenwichtskoers voor de Turkse munt (EUR/TRY 26 tov 22 voor de verkiezingen). De tweede inspanning leverde de centrale bank gisteren. Om Turkse inflatie te counteren van zo’n 40% j/j zijn hogere beleidsrentes nodig dan diegene die de vorige Erdogan-majorette dicteerde. De renteverhoging tot 15% (de eerste in meer dan twee jaar tijd) kreeg het marktlabel “onvoldoende” en duwde EUR/TRY van 26 tot 28, het zoveelste absolute dieptepunt voor de lira die op zichzelf ook een serieuze inflatiebron wordt. In de beleidsverklaring stelt de centrale bank meer graduele renteverhogingen voorop om inflatie verder in te dijken. Temeer omdat ze vooral opwaartse inflatierisico’s ziet. Er moet nog veel water door de zee vloeien vooraleer de centrale bank voldoende geloofwaardigheid heeft opgebouwd om een bodem te leggen onder de Turkse lira.