Saudi-Arabië speelt (noodgedwongen) solo slim
Nieuwe productiebeperking levert alweer weinig steun voor olie
Afgelopen weekend bogen de belangrijkste olie-exporterende landen, OPEC+, zich opnieuw over het productiebeleid. Het was een tumultueuze vergadering. De facto leider van de groep Saudi-Arabië had graag het mes gezet in de output om op die manier de tanende olieprijs te stutten. Een vat ruwe Brentolie kampeert al enkele weken tussen $70-$80 per vat, het laagste niveau sinds eind 2021. Saudi-Arabië is daar zeer ontevreden over. Het land is in volle economische transitie (“Vision 2030”), met enorme binnenlandse (vastgoed)projecten die handenvol geld kosten maar die de toeristische en entertainmentindustrie moeten aanwakkeren. Om nog maar enkel break-even te draaien, is een olieprijs van meer dan $80/vat nodig.
Saudi-Arabië stond echter zo goed als alleen. Andere grote producenten zoals Rusland wilden enkel vasthouden aan de bestaande productiebeperkingen. Het verlengt die samen met andere OPEC-leden wel tot en met eind 2024. Voorts lagen enkele Afrikaanse producenten dwars omwille van de toekenning van een verhoogd quota voor de Verenigde Arabische Emiraten vanaf volgend jaar. De VAE kunnen en mogen in 2024 meer oppompen ten koste van landen zoals Angola en Nigeria die op vandaag hun quota’s niet halen. Ze zijn niet akkoord met die verschuiving en beweren dat investeringen onderweg zijn om de productiecapaciteit op te krikken.
Het Saudische koninkrijk streek uiteindelijk alle plooien glad maar het komt met een stevige prijs: het zal op eigen houtje in de output snijden, één miljoen vaten per dag extra. Voorlopig is het enkel van toepassing voor de maand juli, al kan dat nog verlengd worden. Dat het land bereid is om zoveel marktaandeel op te geven zegt veel over de frustraties over de olieprijs. Saudi-Arabië pompt volgende maand “slechts” negen miljoen vaten per dag op, het minst sinds juni 2021 toen de productie nog herstellende was van de pandemie. Het is hoogst twijfelachtig of de beslissing tegen de achtergrond van een afkoelende wereldeconomie en een voorlopig teleurstellend Chinees groeiherstel een ware olierally losweekt. Toen de groep in april verraste met een knip van 1.6 miljoen vaten was de prijsstijging ook van zeer tijdelijke aard. Zelfs de gigantische krimp van 2 miljoen in oktober vorig jaar bracht weinig permanente zoden aan de dijk. De prijsbeweging vanmorgen suggereert meer van hetzelfde. Een vat ruwe Brentolie sprong meer dan 3% hoger tot bijna $79 bij de opening. Daar blijft inmiddels nog maar een dik procent van over. De benedenkant van het zwarte goud in de buurt van $70 wordt met de beslissing wel wat beter beschermd.