Hongaarse centrale bank zet eerste stap richting normalisatie
Forint verliest, rentes stijgen
De Hongaarse centrale bank (MNB) nam gisteren een eerste stap richting monetaire versoepeling – of normalisatie van de huidige extreem hoge rentes, zo u wil. Ze verlaagde gisteren de ontleningsrente van 25% tot 20.5%. De relevantie van die rente in een financieel systeem met overtollige reserves is eigenlijk beperkt. Ze bakent in principe het terrein af tot waar de MNB de effectieve beleidsrente kan optrekken. De beslissing gisteren was dan ook vooral symbolisch. Het bijzonder hoge 25%-niveau werd in oktober vorig jaar in volle energiecrisis ingevoerd, als onderdeel van een pakket noodmaatregelen om de noodlijdende forint te ondersteunen. Gisteren schroefde ze die rente wat terug omdat de risico’s en het barslechte sentiment van toen minder pertinent zijn vandaag.
Wat de in de praktijk belangrijke (in oktober vorig jaar ingevoerde nood)rente betreft, die liet de MNB onveranderd op 18%. Omdat inflatie in maart amper afkoelde (van 25.4% tot 25.2%) en kerninflatie zelfs nog versnelde (tot 25.7%) is dat hoge niveau voorlopig nog steeds noodzakelijk, oordeelde ze. Maar de beslissing gisteren doet vermoeden dat de normalisatie ook hier niet lang op zich meer zal laten wachten. Vicegouverneur Virag hintte vorige week al op een knip in de ontleningsrente op de beleidsvergadering gisteren en zei dat een verlaging van de 18%-noodrente mogelijk is om de daaropvolgende bijeenkomsten. Op de persconferentie zei Virag dat een beslissing daaromtrent afhankelijk is van het al dan niet verbeterde sentiment t.a.v. Hongarije.
De Hongaarse forint reageerde in eerste instantie nog positief maar kwam vervolgens op die stappen terug naarmate het algemeen risicoklimaat opnieuw verslechterde. EUR/HUF sloot op 377.77 t.o.v. een opening rond 376. Hongaarse swaprentes stegen met 5 tot 20 bpn.