Nieuw-Zeelandse beleidsrente bereikt neutraal niveau
NZD profiteert niet van rentecyclus
De Nieuw-Zeelandse centrale bank (RBNZ) verpinkt niet. Ze verhoogde de beleidsrente voor een zesde keer op rij, van 2% tot 2.5%. Tijdens het normalisatieproces zitten we na een trio van renteverhogingen met 25 basispunten, ook aan een trio van opeenvolgende verhogingen met 50 basispunten. De beleidsrente bereikt als eerste centrale bank van de ontwikkelde economieën een neutraal niveau. Toch is de cyclus nog niet voorbij. Ook aan de grootte van de renteverhogingen wordt niet gemorreld tot er zekerheid bestaat dat inflatie(verwachtingen) in bedwang is/zijn. De RBNZ verwijst op deze tussentijdse vergadering naar de vooruitzichten uit mei, die nog steeds valabel zijn. Daarin schoof de centrale bank een beleidsrentepiek van 4% naar voren in de eerste jaarhelft van 2023. Geleidelijk aan zal blijken in welke mate een restrictief monetair beleid een hinderpaal wordt voor de groei. Nieuw-Zeelandse geldmarktrentes verdisconteren nog renteverhogingen van 50 basispunten op de volgende vergaderingen van augustus en oktober. Voor de laatste van dit jaar (november) twijfelt ze tussen 25 en 50 basispunten, maar daarna vlakt het verwachte rentepad uit in 2023.
Het onderliggende verhaal is ondertussen herkenbaar: globale prijsdruk blijft hoog omwille van problemen in de internationale toevoerkettingen (ten gevolge van de Covidpandemie) en omwille van de Russische invasie in Oekraïne (voedsel- en energieprijzen). Langs binnenlandse zijde doet een sterke arbeidsmarkt haar duit in het zakje via loonstijgingen en sterke consumptie. De RBNZ stelt vast dat een zwakke kiwi dollar via hogere importprijzen voor extra prijsdruk zorgt. Kerninflatie bedraagt zo’n 4% in Nieuw-Zeeland ten opzichte van de 1%-3% doelstelling. De algemene inflatie bedraagt 6.9%, het hoogste niveau in meer dan 30 jaar tijd. Volgens de voorspellingen uit mei zakt ze pas in 2025 terug tot 2%. Inflatierisico’s blijven opwaarts gericht, terwijl de economische risico’s op middellange termijn aan de benedenkant liggen.
De kiwi dollar komt vanochtend amper vanonder de verkoopdruk uit. De uitkomst van de RBNZ-vergadering lag in lijn met verwachtingen. De volatiele marktomgeving, dalende grondstoffenprijzen en sterke dollar trokken het muntenpaar tot de laagste niveaus sinds mei 2020. Behalve die initiële Covid-crisis (maart-mei 2020), spreken we over een evenaring van de bodemkoers uit 2015 (NZD/USD 0.6130). Daarvoor moeten we al teruggaan tot 2009. Vanuit technisch oogpunt zijn de psychologische kaap van NZD/USD 0.60 en de 2020-bodem van 0.5470 de volgende referenties.