Duitsland, tu quoque
EMU-inflatie stevent af op nieuw record
Het is de taak van de ECB om de inflatie over haar beleidshorizon nabij de doestelling van 2.0% te houden en er voor te zorgen dat de Europese burgers zeker zijn dat de koopkracht van hun spaargeld ‘op termijn’ ook niet sneller ontwaardt dan 2.0% per jaar. In het economisch jargon spreken we dan over het verankeren van de inflatieverwachtingen van de burgers. Het EMU inflatiecijfer voor de maand maart wordt pas vrijdag bekend gemaakt. Drie landen gaven vandaag echter al een voorsmaakje. Het werd een ongezien aaneenrijgen van meerjarige records. Er is werk aan de winkel voor de ECB van voorzitster Lagarde en hoofdeconoom Philip Lane.
De Belgische inflatie (nationale data) die de voorbije maanden bij de koplopers in de EMU behoorde, klom verder met 0.52% m/m tot 8.31% j/j (was 8.04% in februari). We werden deze maand wel voorbij gestoken door Spanje. Daar steeg de HICP inflatie met 3.9% op maandbasis tot 9.8% j/j. Ook het cijfer volgens de nationale meeting klokte af op 9.8%. Het hoogste niveau sinds 1985. Last but not least, zelfs in anti-inflatieland Duitsland klom de HICP inflatie in maart met 2.5% op maandbasis tot 7.6% j/j. Zo’n cijfer werd nooit opgetekend sinds de start van de reeks in 1997. Ook het cijfer volgens de nationale meeting steeg van 5.1% j/j tot 7.3%j/j. Ook dit laatste cijfer werd nooit gehaald sinds de reeks werd opgebouwd na de Duitse eenmaking. De forse maandstijgingen zijn in belangrijke mate het gevolg van hogere energieprijzen. Anderzijds doen ze ook vermoeden dat de jaarcijfers ook in de (nabije) toekomst langer hoog zullen blijven dan de meesten tot nu verwachtten/verhoopten.
De markt heeft ondertussen zijn conclusie getrokken. Zelfs al houdt een verstrakking van het monetair beleid een risico in voor de groei, dan nog kan de ECB niet langer aan de zijlijn blijven. De EMU swaprentes klimmen vandaag opnieuw 5/7 basispunten over het geheel van de curve. De markt houdt er ondertussen rekening mee dat de ECB de beleidsrente dit jaar al minstens 3 keer met 25 bpn zal (moeten) verhogen. Eind volgend jaar wordt ondertussen een niveau van 1.25%+ verdisconteerd. Na een opsprong gisteren profiteert de euro vandaag minder van de oplopende rente (inclusief dalend renteverschil met de VS), maar dat heeft vooral te maken met een minder positief risicosentiment. EUR/USD (1.1127) probeert nog steeds om definitief de weerstand (januari low) van 1.1121 blijvend achter zich te laten.