S&P stelt vooruitzicht voor Italiaanse kredietscore opwaarts bij
Hervormingen en, vooral Europese steun, moeten Italiaans groeipotentieel opkrikken
De hoge Italiaanse schuldenlast was al meermaals een bron van onzekerheid. In de eerste plaats voor de Italiaanse markten. Niet zelden straalt die onzekerheid op momenten van marktspanning ook af op de bredere Europese markten. Kredietagentschap S&P kwam wat dat betreft met gematigd goed nieuws. Ze bevestigde de kredietscore van Italië op BBB, maar stelde het vooruitzicht opwaarts bij van neutraal naar positief.
S&P ziet verschillende groei-ondersteunende ontwikkelingen die de druk van de hoge schuld op de economie kunnen temperen. Vooreerst laat S&P zich positief uit over de hervormingen van de Italiaanse regering. Die gaan hand in hand met een forse injectie vanuit het Europees herstelfonds (RRF). Hierbij krijgt Italië de volgende 6-jaar fondsen toegestopt van orde van grootte van 10.8% van het BBP. 40% daarvan zal de Italiaanse regering al spenderen in 2021 en 2022. Dit zorgt ervoor dat de Italiaanse groei in tegenstelling tot wat vroeger dikwijls het geval was, nu niet wordt afgeremd door het terugschroeven van overheidsinvesteringen, integendeel. Publieke investeringen groeiden 20% vorig jaar en kunnen dit jaar met 16% aantrekken. Daarnaast wordt de groei in Italië ondersteund door een hoge vaccinatiegraad, een stevige spaarbuffer in de private sector en groeiend vertrouwen bij gezinnen en bedrijven. Bovendien geniet Italië volop van de algemeen soepele financieringscondities ten gevolge van de PEPP- en APP-programma’s van de ECB.
Concreet verwacht S&P voor dit en volgend jaar een groei van respectievelijk 6.0% en 4.0% waardoor de activiteit sneller dan verwacht terugkeert boven het niveau van 2019. Die groeicijfers werden niet meer opgetekend sinds 1973. De hogere groei zorgt voor een versnelde daling van het overheidstekort. S&P verwacht dat het begrotingstekort dit jaar daalt tot 8.8% van het bbp waar de regering nog uitging van 9.4%. Volgend jaar kan dit verder dalen tot 5.0%. S&P verwacht eind dit jaar een schuldgraad van 144.8% van het BBP. Omwille van het uiterst accomoderend ECB-beleid zakt ook rentelast van de schuld verder. Die bedraag dit jaar 3.2% van het BBP en kan volgend jaar verder dalen tot 3.0%. Ter vergelijking: in 2012 bedroeg de last, met een lagere schuldgraad, nog 5.0%.
Het probleem van de hoge Italiaanse schuld zal ook in de toekomst een aandachtspunt, met bij momenten een bron van onzekerheid, blijven voor de markten. Het rapport van S&P is wel een indicatie dat de houdbaarheid van de Italiaanse schuld er ondanks de pandemie niet is op verslechterd. Na een opstoot begin vorig jaar, stabiliseerde de Italiaanse kredietspread ten opzicht van Duitsland dit jaar op een relatief laag niveau. In een context van een betere (ook structurele) economische groei en dankzij soepele ECB-financieringscondities kan deze relatief gunstige context behouden blijven. Een algemeen hogere obligatierente maakt een verdere vernauwing van de Italiaanse kredietspread anderzijds ook weinig waarschijnlijk.