België

c warning
Er liep iets mis. De pagina is tijdelijk onbeschikbaar.

België

Economische Vooruitzichten België 

De eerdere flashraming voor de Belgische reële bbp-groei in het vierde kwartaal van 2024 werd bevestigd op 0,2%. Dat is een lichte vertraging ten opzichte van de stabiele 0,3%-kwartaalgroei in de voorgaande vier kwartalen. De groei in het laatste kwartaal van 2024 werd gedreven door de binnenlandse vraag. De particuliere consumptie (+0,9% kwartaal-op-kwartaal) droeg het meest bij, vergelijkbaar met de situatie in het derde kwartaal (zie figuur BE1). De investeringen in woningen zetten hun neerwaartse trend voort (-2,3%). De bedrijfsinvesteringen stegen met 0,6%. De overheidsconsumptie daalde met 0,4%, terwijl de overheidsinvesteringen met 0,8% toenamen. Tot slot daalden de uitvoer en de invoer met respectievelijk 0,4% en 0,2%, waardoor de groeibijdrage van de netto-uitvoer opnieuw negatief werd (-0,2 procentpunt). 

Wat de productiebenadering van het bbp betreft, werd de groei van de toegevoegde waarde in het vierde kwartaal in de diensten en de bouw bevestigd op respectievelijk 0,2% en 0,7%. De industrie bleef een negatieve groei optekenen, waarbij de correctie (-0,2%) zelfs iets groter was dan eerder in de flashraming gemeld (-0,1%). Desondanks was er ook positiever nieuws over de sector in het Q4-rapport van het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR): het netto-banenverlies in de industrie bedroeg 400 eenheden, wat veel minder is dan in de voorgaande vijf kwartalen. Voor de economie als geheel steeg de binnenlandse werkgelegenheid in het vierde kwartaal opnieuw iets sterker (zie figuur BE2). Ook het ondernemersvertrouwen in de verwerkende nijverheid verbeterde in februari voor de tweede maand op rij. In de dienstverlening aan bedrijven en in de bouw daarentegen verslechterde het ondernemersklimaat. In beide sectoren verwachten ondernemers een afname van de marktvraag.

Onzekere tijden

De grootste verrassing kwam vorige maand van het consumentenvertrouwen, dat sterk opveerde. De opvallend grote verbetering was bijna volledig toe te schrijven aan een aanzienlijke daling van de werkloosheidsverwachtingen, die het voorbije halfjaar een verslechterende trend hadden vertoond (zie figuur BE3). Waarschijnlijk werden heel wat enquêteantwoorden positief beïnvloed door de aangekondigde hervormingen van de nieuwe federale regering, waaronder het plan om de duur van de werkloosheidsuitkering te beperken. Wij denken dat het hernieuwde vertrouwen niet moet worden gezien als een positief signaal voor de conjunctuur. Het sentiment van burgers is doorgaans volatieler dan hun effectieve consumptie. Consumenten denken soms extreem positief of negatief over de algemene economische en politieke situatie. Maar zolang dat geen invloed heeft op hun eigen financiën zal hun koopbereidheid niet navenant worden beïnvloed. Merk op dat consumenten in februari zelfs iets pessimistischer werden over hun financiële situatie en hun spaarintenties licht naar boven bijstelden.

Gezien de nog altijd grote tarief- en handelsonzekerheid, hebben we besloten om onze groeiprognose momenteel niet te wijzigen. Ons veeleer voorzichtig scenario gaat ervan uit dat de VS op 2 april effectief invoertarieven op de EU zal opleggen, op zijn minst voor bepaalde goederen. Concreet voorspellen wij een zwakke Belgische bbp-groei van 0,7% en 0,9% in respectievelijk 2025 en 2026. Deze cijfers blijven aan de onderkant van de range van groeiprognoses van andere instellingen, die vaak nog boven 1% liggen. De risico's omtrent het scenario zijn ongewoon groot. Een breed handelsconflict tussen de VS en de EU kan tot een aanzienlijk verlies van economische activiteit leiden, waardoor de Belgische groei nog lager zou komen te liggen dan we nu verwachten. Vooral de productie van chemische en farmaceutische producten, machines en transportuitrusting, samen goed voor 82% van de Belgische uitvoer naar de VS, kan worden getroffen. Anderzijds zou de grote Duitse budgettaire impuls een bredere positieve impact kunnen hebben op de groei in de eurozone en België. We mogen hier evenwel niet te optimistisch over zijn, want het blijft onzeker hoe snel de stimulus effect zal sorteren en hoe groot de economische impact uiteindelijk zal zijn.

Opwaartse inflatieverrassing

De Belgische HICP-inflatie voor februari bleef onveranderd op 4,4%. Een verdere daling, die alom werd verwacht, bleef dus uit. Na de ongewoon grote daling in januari (-7,1% maand-op-maand) stegen de prijzen van kerngoederen in februari meer dan gewoonlijk (+8,1% maand-op-maand). De sterke opsprong van de prijzen na de winterkoopjes in januari was een belangrijke drijvende kracht achter de grote maand-op-maandstijging van de algemene HICP in februari (+2,4%). De Belgische inflatie (jaar-op-jaar) was in februari nog altijd aanzienlijk - namelijk 2 procentpunten - hoger dan die in de eurozone. Binnen de eurozone lag het februari-inflatiecijfer alleen in Estland en Kroatië hoger. De hoge inflatie voor met name energie en voeding blijft de relatief hoge algemene inflatie in België aanjagen. Bovendien trok de Belgische diensteninflatie de voorbije maanden weer aan tot 4,2% in februari, terwijl die in de eurozone iets afnam. De persistente inflatie houdt een opwaarts risico in voor de gemiddelde jaarinflatie in 2025. We hebben besloten om onze inflatieprognose voor 2025 te verhogen van 2,8% naar 3,2%, terwijl die voor 2026 nu 1,7% bedraagt.

Economische voorspellingen maart 2025

Nationale rekeningen (reële jaarwijziging, in %)

  2024 2025 2026
Particuliere consumptie 2,0 2,0 1,4
Overheidsconsumptie 3,7 0,5 0,5
Investeringen in vaste activa 1,0 1,2 2,4

Bedrijfsinvesteringen

1,7 1,8 2,6

Overheidsinvesteringen

7,0 1,3 2,0

Investeringen in woongebouwen

-4,8 -1,1 1,7
Finale binnenlandse vraag (ongerekend voorraadwijzigingen) 2,1 1,4 1,4
Voorraadwijziging (groeibijdrage) -1,1 0,0 0,0
Uitvoer van goederen en diensten -4,1 -2,1 0,3
Invoer van goederen en diensten -4,2 -1,2 1,1
       
Bruto binnenlands product (bbp) 1,0 0,7 0,9
       
Beschikbaar gezinsinkomen 1,3 1,2 1,1
Bruto-gezinsspaarquote (in % beschikbaar inkomen) 13,5 12,9 13,1
    7/3/2025

Evenwichtsindicatoren

  2024 2025 2026
Inflatie (gemiddelde jaarwijziging, in %)      

Consumptieprijzen (geharmoniseerde CPI)

4,3 3,2 1,7

Gezondheidsindex (nationale CPI)

3,3 3,1 2,0
       
Arbeidsmarkt      

Werkgelegenheid (jaarwijziging, in 1000, einde jaar)

11,5 20,0 30,0

Werkloosheidsgraad (in % van de beroepsbevolking, einde jaar, Eurostat definitie)

6,0 6,2 6,0
       
Overheidsfinanciën (in % van het bbp bij ongewijzigd beleid)      

Netto-financieringssaldo

-4,6 -4,9 -4,5

Overheidsschuld

104,4 106,7 107,6
       
Saldo lopende rekening (in % van bbp) -0,2 -1,2 -1,3
       
Woningprijzen (gemiddelde jaarwijziging in %, bestaande en nieuwe woningen, Eurostat definitie) 3,1 3,0 3,0
    7/3/2025

Andere voorspellingen

Wereld

Centraal- en Oost-Europa