België

c warning
Er liep iets mis. De pagina is tijdelijk onbeschikbaar.

België

Economische Vooruitzichten België 

Verzwakking sentiment

De toegenomen economische onzekerheid weegt steeds zwaarder op het vertrouwen van de Belgische bedrijven. In maart daalde de NBB-barometer tot zijn laagste niveau sinds januari 2024. Alle bevraagde sectoren, met uitzondering van de handel, droegen bij tot de verslechtering van de indicator. Het vertrouwen daalde het sterkst in de sector van de dienstverlening aan bedrijven, gevolgd door de verwerkende nijverheid en de bouw. Ook het consumentenvertrouwen daalde in maart aanzienlijk, waardoor de heropleving in de maand ervoor zo goed als volledig terug werd tenietgedaan (zie figuur BE1). De scherpe terugval was vooral te wijten aan toenemende vrees voor jobverlies, die in februari aanzienlijk was afgenomen na de aangekondigde hervormingen van de nieuwe federale regering. Ook de verwachtingen van consumenten over de algemene economische situatie daalden sterk en bereikten hun laagste niveau sinds november 2022.

De terugval in de Belgische vertrouwenscijfers in maart weerspiegelt de huidige turbulente omgeving. Daarbij is er vooral toenemende bezorgdheid over de Amerikaanse invoertarieven, die het economisch herstel op korte termijn kunnen fnuiken. Ook in de eurozone als geheel zijn bedrijven en consumenten bezorgd, wat tot uiting komt in de vertrouwensindicatoren van de EC. Zowel de Economic Sentiment Indicator (ESI) als de EC-indicator van het consumentenvertrouwen brokkelden in maart in de eurozone verder af onder hun langetermijngemiddelden. Tussen de landen zijn er wel opvallende verschillen. België behoort tot de groep, waarbij ook Frankrijk en Italië, waar het vertrouwen in maart (sterk) daalde, terwijl andere landen, waarbij Spanje en Duitsland, (lichte) verbeteringen rapporteerden (zie figuur BE2). Voor Duitsland is het verbeterde sentiment, dat ook in nationale indicatoren zoals de Ifo- en ZEW-cijfers zichtbaar is, ongetwijfeld te danken aan het toekomstige lossere begrotingsbeleid in het land (zie ook tekst over de internationale economie). 

Oversijpelingseffect

Amerikaanse invoerheffingen wegen op onze vooruitzichten voor de Belgische economie op de kortere termijn. Maar we gaan ervan uit dat de forse Europese budgettaire expansie de economische groei in 2026 en daarna zal ondersteunen. In het bijzonder verwachten we niet te verwaarlozen positieve oversijpelingseffecten vanwege de Duitse budgettaire ‘bazooka' op de Belgische economie. De literatuur leert dat de oversijpeling van het begrotingsbeleid gevoerd in grote landen doorgaans positiever is voor kleine open economieën die veel handel drijven en een landsgrens delen met het land in kwestie (zie bijv. Beetsma et al., "Trade spill-overs of fiscal policy in the EU: a panel analysis", Economic Policy, Vol. 21, Issue 48, 2006, blz. 640-687). Aanzienlijke extra defensie-uitgaven door de Belgische overheid kunnen een extra impuls geven aan de bbp-groei, zij het in wat mindere mate omdat de budgettaire multiplicator voor defensie-uitgaven relatief laag is.

Wij ramen de impact van de totale stimulus op de Belgische economische activiteit op ruwweg 0,8% van het bbp, gespreid over meerdere jaren. Doordat de implementatie van de stimulus tijd vraagt, zal het allicht wat duren vooraleer de extra budgettaire uitgaven effect zullen sorteren. Daarom houden we momenteel vast aan onze voorzichtige groeiprognose van 0,7% voor 2025. Hogere Amerikaanse invoertarieven op Europese goederen, die we al vroeg in ons scenario hadden verwerkt, zullen wegen op de Belgische groei. Vanaf 2026 zullen de eerste effecten van de stimuleringsmaatregelen voelbaar worden en het negatief tarieveneffect deels compenseren. In het licht hiervan stellen we onze groeiprognose voor 2026 met 0,2 procentpunt opwaarts bij tot 1,1%. Ondanks de bijstelling bevindt dit cijfer zich nog altijd aan de onderkant van de range van groeiprognoses gemaakt door andere instellingen. Wij zien de grootste impact van de budgettaire stimulus in de jaren na 2026 en denken dat die de Belgische groei in zowel 2027 als 2028 met naar schatting 0,3 procentpunt kan optillen. De hogere groei dan eerder verwacht zal vanaf 2026 allicht leiden tot een iets hogere inflatie. Concreet voorspellen we nu een Belgische inflatie van 1,8% in 2026. Dat is 0,1 procentpunt hoger dan in ons vorig vooruitzicht.

Het scenario blijft onderhevig aan een hoge mate van onzekerheid. De neerwaartse risico's hebben vooral betrekking op de omgeving voor de internationale handel. De hogere invoertarieven en de onzekerheid over het handelsbeleid kunnen de Belgische economie meer dan verwacht verzwakken. De door de VS opgelegde invoertarieven op EU-producten zullen wellicht niet snel worden teruggedraaid. Naast de directe gevolgen voor de buitenlandse handel, zouden indirecte effecten zoals een verlies aan vertrouwen het negatieve effect op de Belgische economische activiteit uiteindelijk groter kunnen doen uitvallen. Een positief risico is dat de verwachte grote wending inzake budgettair beleid in de EU en vooral Duitsland de Belgische groei meer dan verwacht zou kunnen ondersteunen via het vertrouwenskanaal. Na de jongste verslechtering geeft de NBB-barometer de volgende maand mogelijk al duidelijkheid over de vraag of Belgische bedrijven de budgettaire wending als positief ervaren dan wel vooral nog altijd de tariefverhoging vrezen.

Economische voorspellingen april 2025

Nationale rekeningen (reële jaarwijziging, in %)

  2024 2025 2026
Particuliere consumptie 2,0 2,1 1,5
Overheidsconsumptie 3,7 0,5 0,5
Investeringen in vaste activa 1,0 1,1 2,8

Bedrijfsinvesteringen

1,7 1,5 2,6

Overheidsinvesteringen

7,0 1,4 5,6

Investeringen in woongebouwen

-4,8 -0,8 1,7
Finale binnenlandse vraag (ongerekend voorraadwijzigingen) 2,1 1,4 1,6
Voorraadwijziging (groeibijdrage) -1,1 0,0 0,0
Uitvoer van goederen en diensten -4,1 -2,1 0,5
Invoer van goederen en diensten -4,2 -1,2 1,1
       
Bruto binnenlands product (bbp) 1,0 0,7 1,1
       
Beschikbaar gezinsinkomen 1,3 1,3 1,4
Bruto-gezinsspaarquote (in % beschikbaar inkomen) 13,5 12,9 13,0
    31/3/2025

Evenwichtsindicatoren

  2024 2025 2026
Inflatie (gemiddelde jaarwijziging, in %)      

Consumptieprijzen (geharmoniseerde CPI)

4,3 3,2 1,8

Gezondheidsindex (nationale CPI)

3,3 3,1 1,8
       
Arbeidsmarkt      

Werkgelegenheid (jaarwijziging, in 1000, einde jaar)

11,5 20,0 30,0

Werkloosheidsgraad (in % van de beroepsbevolking, einde jaar, Eurostat definitie)

6,0 6,2 6,0
       
Overheidsfinanciën (in % van het bbp bij ongewijzigd beleid)      

Netto-financieringssaldo

-4,6 -4,9 -4,5

Overheidsschuld

104,4 106,7 107,6
       
Saldo lopende rekening (in % van bbp) -0,2 -1,2 -1,3
       
Woningprijzen (gemiddelde jaarwijziging in %, bestaande en nieuwe woningen, Eurostat definitie) 3,2 3,0 3,0
    31/3/2025

Andere voorspellingen

Wereld

Centraal- en Oost-Europa